PocoPoco Home Reizen Foto's Gastenboek

           
 

  Pisco en de Islas Ballestas Nazca en de Nazca Lijnen Canon del Colca Arequipa Puno en het Lago Titicaca Cusco Macchu Picchu, Ollantaytambo, Pisac en Urubamba Chachapoyas en Kueláp Werken in Jesús Cajamarca, Ventanillas de Otuzco Trujillo, Chan Chan y la Huaca de la Luna Dag 1 Reis Schiphol - Lima  
  Dag 2 Lima, Reis Pisco  
  Dag 3 Islas Ballestas, Reis Nazca  
  Dag 4 Nazca lijnen, Reis Arequipa  
  Dag 5 Arequipa  
  Dag 6 Chivay  
  Dag 7 Colca Canyon, Cruz del Condor  
  Dag 8 Arequipa, reis Puno  
  Dag 9 Lago Titicaca, Uros en Isla Taquile  
  Dag 10  Reis Cusco  
  Dag 11 Cusco, eten bij el Sabor de la Ñusta  
  Dag 12 Anne ziek  
  Dag 13 Anne opgenomen  
  Dag 14 Anne ontslagen, Coricancha  
  Dag 15 Tambomachay, Puca Pucara, Q'enqo, Sacsayhuamán  
  Dag 16 Ollantaytambo, Reis Aguas Calientes  
  Dag 17 Machu Picchu, Reis Ollantaytambo  
  Dag 18 Reis Urubamba, Leonard ziek  
  Dag 19 Pisac  
  Dag 20 Cusco  
  Dag 21 Met Ortwin mee naar Chauhuaytire  
  Dag 22 Vlucht Cusco - Lima  
  Dag 23 Vlucht Lima - Amsterdam  
 
 

   
 

Peru is natuurlijk een land dat tot de verbeelding spreekt op veel verschillende vlakken. Vooral de vele en wereldberoemde overblijfselen van indianenculturen hadden een grote aantrekkingskracht op ons. Een bezoek aan Peru is niet compleet zonder bijvoorbeeld Machu Picchu of de Nazca lijnen. Toch hadden we vooral hooggespannen verwachtingen over de (interactie met) mensen van Peru, vooral in positieve zin. Ikzelf heb me daarnaast toch ook wel zorgen gemaakt over onze veiligheid, aangezien in een hoop reisverhalen wel een voorbeeld van oplichting of zelfs tijdelijke ontvoering en beroving voorkwam. Natuurlijk realiseerde ik me op hetzelfde moment dat dit waarschijnlijk excessen zijn en dat alle mensen die zónder problemen dit land bereisd hebben gewoon minder reden hebben om die ervaringen te delen. 

Het reisschema is uiteindelijk ietsjes anders geworden dan we oorspronkelijk hadden gepland; zo viel de Inca Trail in het water en hebben we uiteindelijk ook besloten om niet snelsnel nog naar het Amazonegebied te vliegen.

Mijn reis naar Costa Rica was een hele mooie, maar de mensen waren qua afstandelijkheid zo ongeveer te vergelijken met de gemiddelde Europeaan. Van Peru hadden we andere verwachtingen, afgaande op wat we erover lazen of van vrienden hoorden. Dat bleek ook direct al terecht, over het algemeen werden we open en vriendelijk benaderd. Maar, zoals een van hen het verwoordde, die vriendelijkheid naar toeristen toe heeft vaak een hele duidelijke reden. De soles in je beurs..

 
 
 

Dag 1      Reis Schiphol - Lima

  We hebben een paar maanden geleden geboekt bij Delta, voornamelijk vanwege de prijs. Van alle vluchtmogelijkheden was het wel zowat de meest omslachtige; op de heenweg 1 overstap (Atlanta) en op de terugweg 2 (Atlanta en New York) . Maar, nu zijn we nog fris en fruitig en tillen we er niet zo zwaar aan. Na onze avonturen in de States vinden we het eigenlijk ook best leuk om weer (heel) even terug te zijn. De eerste vlucht richting de States worden we uitzonderlijk goed verzorgd en hebben we nauwelijks tijd om ons drinken op te krijgen voordat de volgende ronde alweer wordt aangeboden. Op het stuk richting Lima is dat ineens opmerkelijk anders; 4 uur lang komt er niemand langs. We hebben in Nederland al geboekt bij een hostal (Hostal de Las Artes) en we laten ons door hen ophalen. Het vliegtuig heeft vertraging en bij de immigracion staat ook een rij van een uur, dus we hopen maar dat Santos (onze pickup) nog niet omgedraaid is. Gelukkig is hij de chaos op het aeropuerto ook wel gewend, dus hij is er nog. Het is achteraf het duurste taxiritje van de hele vakantie ($9 voor een ritje van 15 minuten), maar zo koop je wel het risico af dat je in de verkeerde taxi stapt.. Het hostal is een prachtig koloniaal huis met een glazen dak over de binnenplaats en hoge plafonds.  
 

Dag 2      Lima, Reis Pisco

  Desayuno serveren ze niet in ons hostal, maar Santos (onze pickup van gisteravond) raadt ons het ernaast gelegen eethuisje aan (Restaurante Evita). Ook geeft hij ons een kaartje van downtown Lima en tekent een paar strepen erop: binnen de lijntjes blijven, dan kan je niets gebeuren. We willen 's middags naar Pisco vertrekken, dus we laten ons wijzen waar de busterminals precies zijn. Maar, het is tijd voor onze eerste echte kennismaking met Peru. We lopen over de Jirón de la Unión richting het Plaza de Armas door een leuke winkelstraat. Op het plaza zijn al allerlei voorbereidingen voor de Fiestas Patrias (onafhankelijkheidsdag) aan de gang. Wel vreemd dat, verspreid over het plaza, minstens 30 ME'ers de hele dag in volledige uitrusting staan te...wachten op iets? Dit blijkt later overal zo te zijn; iets wat we in het politiek meer stabiele Nederland veel minder gewend zijn. De Catedral aan het plaza is zeer aan te raden om te bezoeken, ondanks de redelijk hoge toegangsprijs (S/.10). Achteraf gezien is dit een van de weinige kerken in Peru waar je foto's mag maken.  
 

Hostal Las Artes

Downtown Lima - blijf binnen de lijnen

La Catedral

La Catedral

 
 

Rond de middag vertrekken we te voet richting de busstations. De terminals van grote busmaatschappijen als Ormeño en Cruz del Sur liggen gelukkig dicht bij elkaar. De bus van CdS zit al vol, dus we steken de straat over naar Soyuz en kopen daar een kaartje. We rijden Lima uit en zien vanuit de bus hoe er buiten het centrum geleefd wordt. De sloppenwijken van Lima zijn ontstellend armoedig, zeker als je erbij bedenkt dat ze vaak midden in de woestijn liggen. Geen van de busdiensten heeft een lijn die direct op Pisco rijdt; in plaats daarvan wordt je bij de afslag Pisco op de Panamericana gedropt. En ja hoor, daar stikt het dus van de handelaars, enge figuren die je een ritje aanbieden en een paar dozijn bedelende kinderen.

We vinden het veiliger om gewoon een colectivo te nemen (een klein busje dat door de straten jakkert, met een mannetje dat in de deuropening staat en tijdens het rijden iedereen op straat de bestemming van het busje toeroept). Dit houdt wel in dat we met alle bagage in het toch al volgepropte busje moeten. We nemen daarna een brommertaxi (een tutu) en laten ons afzetten bij Hostal San Isidro, een goedkoop en schoon hostal. Hier regelen we ook de excursie naar de Islas Ballestas. Rond het Plaza de Armas boeken we ook alvast onze busreis voor de volgende dag naar Nazca en (achteraf gezien onverstandig) onze vlucht over de Nazca lijnen. Het eten in restaurant La Catedral aan het Plaza de Armas is heerlijk, inclusief de aji. We durven het echter niet aan om ceviche te nemen, de bekende Peruaanse rauwe visschotel.

 
 
 

Dag 3      Islas Ballestas, Reis Nazca

 
- Zeeleeuwen op de Islas Ballestas
 
  's Ochtends moeten we er vroeg uit voor onze tocht naar het haventje bij Paracas. De Islas Ballestas worden meestal 's ochtends bezocht, omdat de zee in de middagen ruwer schijnt te zijn. We willen diezelfde middag nog naar Nazca reizen, dus we nemen alleen de ochtendexcursie. Het bezoeken van het Paracas schiereiland en het uitkijkpunt over La Catedral (een rots) hoort bij het middagprogramma en moeten we dus aan ons voorbij laten gaan.  
 

Candelabra

Detail

Zeeleeuwen

Pelikaan

Hoezo veel vogels?

 
 

De reddingsvesten moeten in de haven aan, maar zodra we in open zee komen doet onze gids het vest direct weer af. Eerst varen we langs de Candelabra, een tekening in het zand/rotsen waar niemand van weet wat het voorstelt of wie de makers zijn geweest. Het heet dan wel "de kandelaar", maar het schijnt ook een cactus voor te kunnen stellen. In het gebied valt extreem weinig neerslag, volgens mij zo rond de 15 mm per jaar, dus erg veel erosie is er niet. De tekening is na al die tijd nog duidelijk te zien. Erg mooi om zo te zien, het bootje tuft helaas al snel verder richting de eilandjes. De eilandjes zijn bedekt met een dikke laag witte vogelstront, de zogeheten guano. Op de eilandjes wonen namelijk vele duizenden vogels, pinguïns en zeeleeuwen die hun eten uit de visrijke wateren halen. De poeplaag schijnt op sommige plaatsen wel 50 meter dik te zijn, iets wat wij ons maar moeilijk voor kunnen stellen. De stank is in ieder geval al van een flinke afstand te ruiken. De guano werd en wordt als mest gebruikt en was in het verleden dusdanig waardevol dat er zelfs een oorlog om is begonnen (http://en.wikipedia.org/wiki/War_of_the_Pacific).

De bus die ons ophaalt voor de reis naar Nazca is te ranzig voor woorden. Oké, het is economico-class, maar dan nog zijn er grenzen aan waar je je prettig in voelt. De hoofdsteunzakjes waren ooit wit, maar zijn nu letterlijk pikzwart van god weet wat. Geloof me, dit is niet verwende praat van een westerling met smetvrees. Het is dan ook toepasselijk dat deze bus net voor het einde van de reis pech krijgt. Zo krijg ik wel de kans om het lege landschap op de foto te zetten.

 
 
- Panamericana ten noorden van Nazca
 
  Sommige passagiers hebben dit kennelijk al vaker meegemaakt en gaan te voet verder. Met wat spuug en plakband weet de bestuurder echter de bus weer aan de praat te krijgen en gelukkig zijn we alsnog op een christelijk tijdstip in Nazca. Van alle busmaatschappijen die Peru rijk is, schijnt Ormeño een beetje de verliezende partij te zijn. Veel oud en vies materieel en alles gaat nog met de hand. De concurrentie daarentegen is voor een groot gedeelte wel al geautomatiseerd.

Als we in Nazca uitstappen is het maar goed dat er een hek om de terminal heen staat (dat ook meteen achter de bus dichtgaat). Er staan wel 50 Peruanen die allemaal om het hardst roepen. Het maakt niet uit of je ze negeert, niet opkijkt, 5 minuten wat aan je tas staat te rommelen of wat dan ook; ze blijven elke 10 seconden de naam van hun hotel naar je toe roepen. Niet reageren helpt niet. De gebruikelijke trucjes worden van stal gehaald: In welk hotel zit je? O dat hotel. Nee dat is net afgebrand/volgeboekt. Maar ik weet nog een beter hotel: ...... Sterker nog, het is mijn eigen hotel. Kom maar mee, dan krijg je een speciale korting. Het is heel erg dichtbij. Overigens, willen jullie nog naar de Nazca lijnen? Huacachina? Chaucilla? Cantallo? Speciale aanbieding, slechts $...!

Zucht..

Vanaf de Ormeño terminal lopen we stug door naar de WalkOn Inn, het voormalige hostal Via Morburg. De receptioniste/jefe doet meer haar best dan wat je voor de lage prijs zou verwachten; een aanrader.

 
 

Dag 4        Nazca lijnen, Reis Arequipa

 

Terwijl we wachten op de chauffeur die ons naar het vliegveld brengt, praten we nog wat met Julia, een broodjesverkoopster die ons aanspreekt. Natuurlijk wil ze vooral haar broodjes aan ons verkopen, maar als we dat eenmaal gedaan hebben blijft ze ook gewoon gezellig doorbabbelen. Intussen is de taxi al 45 minuten te laat. Daar balen we van, omdat de lijnen later in de morgen minder duidelijk te zien zijn door de hoger staande zon. Julia trekt een begrijpend gezicht en vertelt ons over the Peruvian Time - afspraken zijn hier nogal flexibel. Dat wisten we natuurlijk al, maar in dit geval is het wel vervelend. De vlucht is vrij prijzig en we willen er dus maximaal van kunnen genieten.

Maar, de taxi komt uiteindelijk en crosst met gigantische snelheden over de Panamericana. Het reisbureautje in Pisco heeft ons een vlucht via AeroIca geregeld, een van de grootste maatschappijtjes die vluchten over de Nazca lijnen verzorgen. In Pisco waren we ongerust of de vlucht nog wel te regelen zou zijn op zo´n korte termijn en wilden we het dus zo snel mogelijk voor elkaar krijgen. Ook de reisgidsen waarschuwen voor volle vluchten in het hoogseizoen. Toch is het telkens onze ervaring geweest dat alles eigenlijk altijd nog wel te regelen valt en dat je dat het beste zo dicht mogelijk bij de attractie zelf kunt doen. Zo betalen we in Pisco $60 per persoon voor een vlucht over de Nazca lijnen, terwijl dit in Nazca zelf waarschijnlijk voor $50 of minder mogelijk was geweest. Ach ja, het is het begin van de reis en we moeten het klappen van de Peruaanse zweep nog een beetje leren.

 
 

Dodemansrit over de Panamericana

Condor

Kikker of handen?

Astronaut

Kolibri

Overzicht van de lijnen

 
 

Zoals voor de Candelabra geldt, weet niemand precies waarom en door wie de lijnen gemaakt zijn. De toplaag van de woestijn is door de zon langzaam roodbruin geblakerd en direct daaronder is het meteen een stuk lichter. De lijnen zijn ontstaan doordat iemand de bovenste laag in lijnen aan de kant heeft geschoven en zo de witte onderlaag zichtbaar maakt. De lijnen werden pas opgemerkt toen iemand er een keer per ongeluk overheen vloog; intussen was de Panamericana er al dwars doorheen gelegd! Je begrijpt dat de lijnen vrij kwetsbaar zijn. Daarom is het ontzettend verboden om er overheen te lopen; om dit te bekrachtigen heeft men er zelfs bordjes neergezet die aangeven dat er landmijnen zouden liggen..

Een van de grootste raadsels is dan ook hoe het mogelijk is dat de figuren zo goed gelukt zijn, terwijl ze vaak pas vanuit een vliegtuig herkenbaar zijn. Een ander raadsel is de afbeelding van dieren die helemaal niet in de regio voorkomen. Een voorbeeld hiervan is het figuur van de aap: de meest dichtbijzijnde aap zit in het amazonegebied; 1000 kilometer verderop en aan de andere kant van de Andes. De vlucht over de lijnen zelf is prachtig, maar wel wat aan de korte kant. Het lijkt misschien een voordeel dat we maar met 3 passagiers zijn, maar waarschijnlijk maakt de piloot net wat minder rondjes over de figuren dan wanneer het vol zou zitten met toekomstige fooigevers.

 
 
- Hond, Nazca Lijnen
 
 

Andere bijzondere plekken om in de omgeving te bezoeken zijn de Chauchilla-begraafplaats en de Cantallo-aquaducten. Ook de oase van Huacachina is een populaire bestemming. We willen echter een beetje de vaart erin houden zo aan het begin van de reis en blijven maar 1 dag in Nazca. Nazca zelf is een sympathiek stadje waar de mensen erg vriendelijk zijn. We nemen het menu del dia in een eetlokaaltje van 6 bij 6 dat vol zit met locals. Als je in de "keuken" kijkt zie je kinderen en huisdieren tussen het voedsel door rennen. Sowieso gaan ze in Peru nogal flexibel om met het verband tussen voedsel enerzijds en hygiëne anderzijds. Vlees en vis worden open en bloot over straat gereden; de smaakpolitie zou er een hartstilstand van krijgen. Het eten smaakt echter geweldig en het is druk; altijd een goed teken.

Vantevoren hebben we slechte verhalen gehoord over nachtbussen vanwege geroofde bagage. Om naar Arequipa te gaan kunnen we echter niet echt anders; een nachtbus is de enige reële mogelijkheid.

 
 
 

Dag 5      Arequipa

 
- Monasterio Santa Catalina, Arequipa
 
 

Als we om 7 uur 's ochtends op het Terminal Terrestre aankomen in Arequipa zijn we nogal brak. We besluiten om een taxi naar het Plaza de Armas te nemen en in die buurt een aantal veelbelovende hotels af te lopen. Maar, zelfs met zo'n concrete bestemming zal de gemiddelde Peruaanse taxichauffeur toch nog pogingen doen om je af te zetten bij bepaalde hotels. Zo ook nu; hij rijdt langs 3 verschillende hotels die volgens hem echt geweldig zijn, voordat we eindelijk bij onze gewenste bestemming aankomen. In Peru werkt bijna alles in de toeristenindustrie met commissies en iedereen probeert continu een graantje mee te pikken. De taxichauffeur krijgt geld als hij je bij een bepaald hotel afdropt, het hotel krijgt geld als ze je bij een bepaald bureau een tour laten boeken enzovoort. Dat is in meerdere landen natuurlijk zo, maar in Peru is het tot kunst verheven. Het schijnt zelfs wel eens voor te komen dat als je je naar een door jezelf aangedragen hotel laat brengen, de taxichauffeur achter je aanloopt en binnen beweert dat hij je hier naar toe heeft geleid. Een goede reisgids is erg belangrijk om je de kaas niet te erg van het brood te laten eten (een beetje meegaan met het systeem is natuurlijk ook niet erg).

We checken in het Hotel Los Balcones de Santa Catalina in, een prachtig koloniaal pand net achter het Plaza de Armas met eigen balkonnetjes en houten vloeren. Helaas kunnen we maar 1 nacht blijven dus we boeken alvast een kamer in het Hotel Las Torres de Ugarte. Na een douche voelen we ons meteen wat meer wakker. Het beroemde Monasterio Santa Catalina ligt 100 meter van ons hotel af, dus dat lijkt ons een logisch startpunt. Het klooster is grotendeels opengesteld voor publiek, al wonen er ook nog nonnen. De muren zijn in knalkleuren geschilderd, die in combinatie met elkaar en een polarisatiefilter prachtige foto's opleveren.

 
   
  In Arequipa ligt ook het Museo Santuarios Andinos (dat onlangs verplaatst is naar La Merced 110). Het "pronkstuk" van de collectie is de mummie van Juanita, het incameisje dat 500 jaar geleden op de top van de Volcán Ampato werd geofferd om de berggod gunstig te stemmen (http://en.wikipedia.org/wiki/Mummy_Juanita). De mummie zit in een 3 dubbele vriescel, neem een trui mee! Op meerdere berg- en vulkaantoppen zijn de laatste jaren Inca-offerplaatsen en mummies gevonden. Het is wel een aangrijpend gegeven; kinderen die afgezonderd werden opgevoed in Cusco, voorbestemd om op een bepaald moment geofferd te worden. Als het dan eenmaal zover was, moesten de kinderen, hun gevolg en de priesters eerst te voet vanaf Cusco naar de offerplek reizen. Op de offerplek kregen de kinderen waarschijnlijk een bedwelmende drank te drinken waarna hun schedel werd ingeslagen en ze werden begraven. Brrr.  
 

Juanita

Toelichting in erg goed Nederlands (vergeleken bij wat je normaal ziet)

Straat vanaf ons balkon

 
 

Dag 6      Chivay

 

De Colca canyon is een populaire excursiebestemming vanuit Arequipa. De eenvoudigste manier is om een tour te boeken, ook al zit je dan opgescheept met een bus vol medetoeristen. Een andere optie is openbaar vervoer vanuit Arequipa, eveneens met Chivay als uitvalsbasis. Vanwege de inca trail moeten we op tijd in Cusco zijn en nemen we dus maar de makkelijke optie. Ons reisgezelschap bestaat uit 3 Poolse Canadezen (die niets begrijpen) en 30 giebelende puberende prinsessenmeisjes uit Lima met Gucci zonnebrillen. De komende 2 dagen hebben we meer dan eens medelijden met onze arme gids.

Op weg naar Chivay, het bergdorp aan het begin van de Colca Canyon, rijdt de bus over hoogtes tot 4800 meter. We zijn niet bepaald de enige toeristenbus die op weg is naar Chivay, maar wat erger is: al die bussen stoppen op dezelfde plekken. Het is de vraag hoe de vork in de steel zit: óf de hordes souvenirverkopers zitten juist op die plekken omdat er zoveel toeristen komen, óf de bussen stoppen er omdat ze een premie krijgen van de verkopers. Waarschijnlijk het laatste, we stoppen namelijk niet persé op de mooiste plekken. Wel zien we nog vicuña's, lama's en alpaca's onderweg.

 
 

Karakteristiek profie

Boleto van het canyon gebied

achterkant

Mate de coca

IJs op 4500 m

 
 

Let op: de regionale overheid van de Colca Canyon heeft het hele gebied tot een toeristische attractie bestempeld waarvoor betaald moet worden (S/. 35), zodra de bus bij Chivay is! In Chivay aangekomen kunnen we kiezen: gezellig met alle turistos een zaaltje met buffet in, of zelf eten zoeken. Geen moeilijke keuze. Ook het middagprogramma (bezoek aan de thermale baden) slaan we af om in plaats daarvan lekker door Chivay te kunnen hobbelen. We eten aan het Plaza de Armas in Restaurant Yaravi, ook weer vol locals. De lomo saltado is geweldig en goedkoop! De rest van de middag lopen we over de markt en internetten wat. Er staan overal eetstalletjes en een tweetal vrouwen maakt moliente. Dit is een soort kruidenaftreksel dat de hele dag staat te stomen als een soort supersterke kamillethee. Daarbij gieten ze dan letterlijk 6 soorten siroop en andere vreemde spulletjes bij en dat krijg je dan voor een halve sol in je vingertjes geduwd. Het smaakt eigenlijk best goed. Dus als je een karretje vol flessen met felgekleurd spul erin en met een dampende pan kruiden ziet staan: schroom niet en probeer het! De thermale baden bij Chivay schijnen overigens mooier en nieuwer te zijn dan die van Aguas Calientes.

's Avonds maken we de fout om wél gezamenlijk te gaan eten; de bus brengt ons naar een vreetschuur ergens aan de rand van Chivay, waar 200 buitenlanders tegelijk zitten te eten aan lange tafels. Vergeleken met wat we op gastronomisch gebied gewend zijn in Peru is de bediening ronduit slecht, de prijzen aan de hoge kant en het eten onder de middenmaat. Er wordt folkloristisch gedanst en er een heus panfluitorkest. Ieder het zijne, maar dit is toch niet zo ons ding. Voor we op reis gingen hadden we van vrienden al verhalen gehoord over dit soort zaken; dit was een hoofdreden geweest om Niet met een georganiseerde reis te gaan.

 
 

Straatbeeld Chivay

Moliente

Politieke muurschilderingen

Vreetschuur

 
 
 

Dag 7      Cañon del Colca, Cruz del Condor

  De canyon zelf is een attractie op zich, jammer dat we geen tijd hebben om deze in te hiken. Al vroeg vertrekt de bus richting Cruz del Condor, ook al maken we tijdens de reis nog een paar stops in onder andere Anchoma en Maca. In beide dorpen worden de toeristen benaderd door mensen met arenden op hun hand. De Polen uit onze bus vinden het geweldig en laten zich meteen uitgebreid met de vogels op de foto zetten (tegen betaling uiteraard). Helaas is er een reden dat de vogels niet wegvliegen; omdat er geld mee verdiend kan worden, worden jonge roofvogels vaak uit hun nest gehaald en gekortwiekt om vervolgens als attractie gebruikt te worden. Deze praktijken schijnen in dit gebied relatief veel voor te komen; laat je niet verleiden!  
 

Kerk van Maca

Interieur van de kerk

Campesina

Terrassen in de Cañon

Cactussen als prikkeldraad

 
 

Mooi om te zien: op de rand van de canyon staat ergens een steen die dusdanig bewerkt is dat het een 3D miniatuur van de terrassen aan de andere zijde is. Dit schijnt een manier van de inca's te zijn geweest om als een kadaster het eigendom van de landerijen te kunnen overzien en vast te leggen. Een ander grappig trucje wat vooral in deze streek populair is: het planten van kleine cactussen op de stenen muurtjes die om de landerijen staan. Een soort eco-prikkeldraad dus.

Hoofdattractie is het Cruz del Condor. Op dit punt komen dagelijks enkele tientallen condors voorbijgezweefd. De gigantische vogels (spanwijdte tot 3m!) overnachten in de canyon en laten zich elke morgen op de thermiek van de opkomende zon omhoog zweven. Kennelijk is het Cruz de plek waar dat het makkelijkste lukt, want daar komen ze in grote getale langs. Je zou bijna denken dat ze speciaal voor de toeristen zo mooi achter elkaar langs komen vliegen, het zijn immers Peruaanse condors :). Volgens mij maakt het niet uit waar je precies gaat staan; ze komen ook wel langs jouw plekje. Het spektakel duurt ongeveer een klein uurtje en omdat de condors steeds hoger vliegen, wordt het naar het einde toe steeds indrukwekkender.

Op de terugweg stopt de bus op het hoogste punt van 4800 meter; een van de weinige keren dat de souvenirverkopers ook op een echt mooi punt staan. Vanaf daar kun je bijna alle vulkaan en bergtoppen uit de wijde omgeving zien, inclusief de Ampato (waar Juanita geofferd werd). 

 
 
- M
ajestueus... Cruz del Condor, Cañon del Colca
 

 

 

 

 

 

 

 
 

Dag 8      Arequipa, reis Puno

  Helaas moeten we Arequipa alweer verlaten. Hoewel we van de stad niet het echte Peruaanse gevoel kregen zoals in Pisco of Nazca, vinden we het toch een veel prettiger stad dan bijvoorbeeld Lima. Vooral het centrum lijkt ontzettend veel op een mediterrane stad, vol gepleisterde muren en met de bijpassende bouwstijl. Het lijkt ons een relatief rijke stad, ook al zijn ook hier arme wijken. Toch lijken deze een stuk minder armoedig dan die van Lima, maar misschien hebben we gewoon niet de Echt arme wijken gezien.  
 

Straatbeeld Arequipa

Plaza de Armas

Buitenwijken Arequipa

 
 

Ons hotel heeft buskaartjes voor ons geregeld, dus dat is lekker makkelijk. Vandaag gaat de reis naar Puno, aan het Lago Titicaca. We kijken even raar op als bij de uitgang van de terminal richting de bussen een mannetje met een kniptang staat die iets van ons wil. Al snel komen we erachter dat er eerst een terminalbelasting betaald moet worden (S/. 1,5 pp), net als op een vliegveld. Het bijzondere tijdens de reis is dat de Peruaanse kinderen die met hun ouders meereizen zich zo ontzettend rustig houden. Ze rennen niet door het gangpad, maken geen lawaai of ruzie met elkaar, zeuren niet, etc. Dat zie ik het gemiddelde Nederlandse kind nog geen 6 uur volhouden. Kwestie van opvoeding?

In (west) Peru wordt over het algemeen op een bepaalde manier gebouwd: de meest eenvoudige huizen bestaan uit een raamwerk van gegoten betonnen palen. De tussenruimtes worden dichtgemetseld. Aan de bovenkanten van de huizen steken vervolgens de stalen stangen uit van de wapening, voor het geval dat er ooit nog eens geld is voor een volgende verdieping. Ten noorden van Puno ligt Juliaca, een middelgrote stad, die ons erg armoedig aandoet. De straten zijn grotendeels onverhard en de meeste huizen zijn erg kaal gebouwd. Verder zijn ze niet afgewerkt: geen stucwerk maar kale baksteen. De altiplano (3850m), waar Juliaca op gebouwd is, levert verder qua landbouw ook weinig op. Het is een arme streek.

Wat ons eigenlijk al vanaf het begin opvalt, zijn alle politieke beschilderingen op huizen, muurtjes en stenen. Het hele land is zowat ondergekalkt met rood, wit en/of blauwe kunstwerken. Waarom juist die kleuren? We zijn er niet achter gekomen. Vaak is er alleen maar een symbooltje geschilderd, zoals een pot, de omtrek van Peru, of een APRA logo. Het blijkt dat dit zo wordt gedaan om alle analfabeten op de goede persoon te laten stemmen; je hoeft de naam van de kandidaat niet te kunnen lezen, zolang je maar het bijbehorende hokje met symbooltje inkleurt. Misschien een courant systeem in landen met een hoog percentage van analfabeten, maar wij hadden het nog nooit zo gezien. Sowieso zijn de Peruanen vrij politiek geëngageerd, hetgeen het gigantische aantal schilderingen misschien een beetje verklaart (en er waren net verkiezingen geweest natuurlijk).

In Puno aangekomen vinden we een taxichauffeur die ons zonder aansmeerpogingen op het Plaza de Armas afzet. We boeken in Hotel Arequipa, waar de kamers groot en schoon zijn.

 
 

politieke beschilderingen voor Alán

idem

 
 

Dag 9      Lago Titicaca, Uros en Isla Taquile

 

Puno ligt aan het Lago Titicaca, het hoogstgelegen meer ter wereld waar op gevaren wordt (3800m). Het woord betekent Poema (titi) en Rots (caca) en is waarschijnlijk een samenstelling van Quechua en Aymara, twee belangrijke indianentalen uit de regio. Je schijnt het uit te moeten spreken als titikgakga (dus met zachte k's), omdat "caca" anders niet rots maar poep betekent. Het meer ligt voor het grootste deel in Peru, het zuiden ligt in Bolivia. In het meer liggen allerlei eilanden, waarvan een aantal erg beroemd is. De meest bekende zijn de drijvende eilanden van de Uros-indianen, Taquile en Amantaní. Ook het Isla del Sol en het Isla de la Luna zijn erg bekend, voornamelijk vanwege hun belang in de Incamythologie en de bijbehorende ruines.

De dag begint vroeg; om 7 uur worden we opgehaald en naar de haven gebracht. Vandaag bezoeken we als eerste de Uros eilanden, ook wel de Islas Flotantes genaamd. Niet verwonderlijk, aangezien de eilanden worden gevormd door een enorme hoop rottend riet. Volgens de overlevering zijn de Uros indianen, uit angst voor de oorlog tussen de Inca en de Collaindianen op de oevers, het meer op gevlucht. Door balen riet te stapelen maakten ze eilandjes, waar ze met 1 a 2 families per eilandje op konden wonen. Het riet dat onder water ligt rot natuurlijk weg, zodat regelmatig een nieuwe laag riet op de "grond" van het eiland wordt gegooid. Als je op zo'n eilandje rondloopt veert het dus ook lekker mee.

Al snel komen de eilandjes in zicht en het is allemaal precies zoals de plaatjes in de reisboeken. De bewoners staan al klaar en de kindjes hebben hun tekeningen en knutselwerkjes al uitgestald. De gids houdt een verhaal over de achtergronden van de eilandjes. Het schijnt dat je de kern van het riet ook kunt eten en als tandenborstel kunt gebruiken. Van dat laatste ben ik zelf niet zo zeker, maar het smaakt in ieder geval best redelijk/waterig. De bewoners zelf zitten de godganse dag op 4000 meter hoogte, in de felle zon en omgeven door een weerkaatsend meer. Ze hebben dan ook veelal een donkerder huidskleur dan de gemiddelde (altiplano)indiaan. Hoe bijzonder de drijvende eilanden ook zijn, het komt ons vrij commercieel over. We horen ook dat veel Uros indianen tegenwoordig een "gewone" baan op het vasteland hebben of vaak alleen maar voor de toeristen overdag op hun eilandje gaan zitten. Er schijnen rond de 60 afzonderlijke eilandjes te zijn, alleen doen de bootjes waarschijnlijk maar een klein gedeelte hiervan aan. Op deze veelbezochte eilandjes lijkt weinig meer authentiek, maar daar kunnen we ons natuurlijk in vergissen. De impact van toerisme op samenlevingen is een mondiaal verschijnsel, maar hier lijkt het bovengemiddeld veel veranderd te hebben. Is ook niet niks, elke dag hordes toeristen die tot aan de deur van je hutje komen met camera en al.

Onze gids vertelt een aantal maal over Pachamama; de oergodin van de vruchtbaarheid, die vaak wordt voorgesteld als de aarde (Pacha betekent aarde in het Aymara). In delen van Peru is het gebruikelijk om voordat iets gegeten of gedronken wordt, eerst iets op de grond te laten vallen, om Pachamama te eren. Zo wordt zij bedankt voor het eten/drinken waarvan de grondstoffen in eerste instantie ook uit haar gegroeid zijn.

 
 

Boeg van een rietbootje

Uros eilandje

Lago Titicaca

Breiende jongens op Taquile

Aanvaring

 
 

Hierna zet het bootje koers naar het eiland Taquile, wat wél een echt eiland is. Op dit eiland kun je ook overnachten, vaak bij een familie thuis; wij houden het bij een middagje. Als we vanaf de Uros eilandjes verder meerinwaarts varen, komen we direct in de dichte rietvelden terecht waar de Uros hun bouwmateriaal vandaan halen. Je zou denken dat de kapitein van een toeristenboot genoeg ervaring heeft met het navigeren door riet, maar al snel komen we (vrij onnodig) vast te zitten. Tja, daar lig je dan. Voor het eerst is het fijn dat er meer toeristenscheepjes zijn; met wat kunstgrepen (inclusief iedereen aan 1 kant laten staan) worden we vlotgetrokken en kunnen we verder. Taquile is een soort bergtop die boven het water uitsteekt en om in het dorp aan te komen zul je die top moeten beklimmen. Van de ene kant is er een weg, van de andere kant een trap (met rond de 500 treden als ik het me goed herinner). Je gaat aan de ene kant aan land, loopt naar boven en gaat aan de andere kant er weer af. In Taquile hebben ze zelfs een heus folkloristisch feest op het plein; wat een toeval! Het levert leuke foto's op, maar eigenlijk zijn we niet zo dol op dit soort gemaakte echtheid.

Sowieso is Taquile weer net een stukje erger dan de Uros eilandjes; overal staan mensen "klaar" om te poseren voor je foto en is niets voor niets. Wat wel weer heel leuk is aan de gemeenschap is het mutsen/omslagdoeken-systeem om relatiestatus en gemoedstoestand aan te geven. De mannen dragen buitenshuis verplicht mutsen, die rood (getrouwd) of roodwit (niet getrouwd) zijn. Als het bolletje naar achter geklapt is, dan is alles ok. Is het bolletje naar opzij geklapt, dan zijn er problemen met de vrouw, met de kinderen, met het vee, of met god weet wat. De mutsen worden door de mannen zelf gebreid/geweven, iets wat ze dan ook vrolijk doen (voor de foto). Bij vrouwen geldt een vergelijkbaar systeem maar dan met de omslagdoek die pomponnetjes op de hoeken heeft. Grote pomponnetjes: single, kleine: getrouwd. Net een feestje waar mensen groene, oranje of rode stickers opplakken om de intenties voor iedereen wat duidelijker te maken.

Onze kapitein heeft waarschijnlijk zijn vaarbrevet nog niet: zo komen we (zoals al eerder verteld) niet alleen in het riet vast te zitten, maar rammen we op Taquile nog een collega toeristenbootje (reling kapot en de boeg door een ruit) en bij aankomst in Puno ook nog eens de aanlegsteiger. Tja. In onze ervaring kun je in Puno heel lekker eten voor niet al te veel geld: Don Piero en Keros zijn aanraders.

 
 
- Isla Taquile
 
 
 

Dag 10    Reis Cusco

 
- Altiplano ten zuiden van Cusco
 
 

Je zou denken dat we hebben geleerd van onze excursie naar de Colca Canyon en voorgoed de georganiseerde busreizen hebben afgezworen. Maar goed, de afstand tussen Puno en Cusco moet nou eenmaal afgelegd worden en tijd om op eigen gelegenheid mooie bestemmingen die aan die route liggen te bezoeken, hebben we niet. Voor $25 kun je echter met de zogeheten "First Class" bus niet alleen naar Cusco, maar dan ook onderweg allerlei bijzondere sights aandoen. Het klinkt allemaal erg mooi, maar intussen weten we ook wel een beetje hoe alles achteraf blijkt te zijn.

De eerste halte is Pucara. In het foldertje staat een foto van de archeologische site, maar uiteindelijk blijken we naar het Museo Litico Pucara te gaan (mooi museumpje overigens). Onze gids komt voor aankomst door de bus "om de toegangsprijs alvast op te halen". Achteraf vertellen Peruaanse medereizigers dat we een sol te veel hebben betaald en dat je alleen maar op zoiets moet ingaan als hij je ook een officieel toegangskaartje kan geven met daarop de prijs. In Peru krijg je zowat overal een boleto voor, zelfs als je naar de wc gaat. Een belangrijke reden daarvoor is waarschijnlijk dat men wil voorkomen dat de prijs stiekem verhoogd wordt of dat het personeel minder bezoekers opgeeft dan dat er daadwerkelijk betaald hebben.

 
 

Let vooral op de vreselijke foto's met wuivende toeristen...

Pucara

Weergaloos mooi

 
 

We reizen door landschappen die in Lord of the Rings niet zouden misstaan, alleen stopt de bus daar helaas niet. Nee, er wordt niet gestopt bij de prachtige weidse vlakten met bergruggen op de achtergrond, of bij het doorkijkje op een hoge besneeuwde bergtop. In plaats daarvan stoppen we op een veel minder pittoresk stukje, maar waar wel souvenirverkopers staan. Ook na de lunch herhaalt dit ritueel zich en stoppen we bij een heuse arts and crafts boerderij met alle vlaggen van de wereld. Zie je het al voor je? Brrrrr.

Het Incacomplex in Raqchi ziet er indrukwekkend uit. De voormalige tempel van Viracocha is onze eerste kennismaking met de incabouwkunst en we vinden het erg mooi, ook al moet je het grootste stuk van de tempel er bij fantaseren. Hierna bezoeken we de kerk in Andahuaylillas, die de Latijns-Amerikaanse Sixtijnse kapel wordt genoemd (vooral door de dorpelingen zelf). De dorpelingen zijn zeer actief betrokken bij het behoud en de exploitatie van hun toeristentrekker: niet alleen patrouilleren ze continu met 10 man door de kerk, maar ook 's nachts schijnen ze om beurten de wacht te houden om te voorkomen dat iets gestolen wordt. De kerk is hét bewijs dat overdaad niet altijd schaadt: er is geen vierkante centimeter te vinden waar niet een bladgouden ornament, schilderij of wandschildering tegenaan gesmeerd is.

 
 

Raqchi

Inca poort - Pikillacta

 
 

Helaas mogen hier ábsoluut geen foto's gemaakt worden en daartoe wordt je wantrouwend in de gaten gehouden door de suppoosten. De ansichtkaarten zijn op, dus we hebben het internet af moeten zoeken om onze herinneringen levendig te houden. Het is de mooiste kerk die we in Peru zien. In deze kerk zien we ook de eerste schilderwerken uit de Escuela Cusqueña, de schilderstijl die haar oorsprong heeft in de Inca-schilders die na de val van het rijk door de Spanjaarden werden ingezet om schilderijen met Europese / christelijke thema's te maken. Toch zijn deze schilderijen vaak verschillend van de Europese werken; zo zijn de bijfiguren in de schilderijen vaak indiaans van uiterlijk. In de Catedral van Cusco is een schilderij te zien waar het laatste avondmaal wordt afgebeeld: Jezus en zijn apostelen eten hierop cuy (marmot), éen van de meest bekende Inca-lekkernijen. Soms zijn de verwijzingen wat subtieler; bijvoorbeeld een christelijke heilige die een mantel draagt met een Inca-speld erop. De schilders maakten aanvankelijk deze foutjes voornamelijk per ongeluk, later werd het vaak een uiting van stil verzet. Zo werden martelaren vaak nadrukkelijk Indiaans afgebeeld. We rijden net voordat we in Cusco aankomen nog langs de Incapoort in Pikillacta, een kilometer of 30 ten zuiden van de stad.

De eerste nacht zitten we in een hostel (Hostal Chaski) direct aan het Plaza de Armas. Mooie kamer, maar met een groot raam naar het ontbijtgedeelte: dus luidruchtig. 's Nachts blijkt er ook nog een disco in de buurt te zitten, dus de volgende morgen checken we uit en gaan naar Hostal Familiar op Saphi.

 
 

Dag 11    Cusco, eten bij el Sabor de la Ñusta

 
- Incapaleis, Cusco
 
 

We hebben nu een paar dagen om Cusco alvast wat te doorkruisen voordat we de Inca Trail gaan lopen. Het is vaak ook verplicht om 2 dagen voor het begin van de tocht in Cusco persoonlijk de rest van de kosten te komen betalen, dus vandaar dat tot nu toe zo'n hoog tempo nodig was. We beginnen de dag dus met wat administratieve zaken: boleto turistico kopen en geld pinnen voor het Incatrail-bureau (Andean Life, Calle Plateros). Nadat we betaald hebben, valt er een last van ons af: nu kan er niets meer verhinderen dat we de trail gaan lopen. Tenminste, dat dachten we..

Het Boleto Turistico (S/. 70 (2006), http://www.boletoturisticocusco.com/) wordt alom aangeraden om veel bijzondere sites en sights in Cusco en omgeving goedkoop te kunnen bezoeken. Recentelijk is het allemaal wel een beetje afgekalfd: sommige dingen waarvan bijvoorbeeld de Lonely Planet uit 2004 nog meldt dat het inbegrepen is in het Boleto Turistico, zijn er inmiddels uitgehaald. Voorbeelden hiervan zijn alle kerken! Nee, daar blijk je intussen een aparte boleto voor nodig te hebben. 

 
 

Boleto Turistico

Achterkant

Plaza de Armas

Inka Museum

 
 

Ook het Museo Inka zit er niet bij..maar daar willen we wel graag naar toe. Er zijn vooral veel spullen van alle pre-inca culturen te vinden. Daarna bezoeken we La Compañia, de tweede grote kerk aan het Plaza de Armas. De toegang was in 2004 nog gratis, maar intussen kost het S/. 10. Weer erg jammer dat je geen foto's mag maken. We lopen ook nog even rond, op zoek naar de mooie incamuren die door heel Cusco te vinden zijn. Tijdens de bloeitijd zijn er 9 Inca-vorsten geweest,die allemaal een eigen paleis hebben laten bouwen in de bekende, bijna bovenmenselijk passende, bouwstijl. Toen de Conquistadores Cusco innamen zijn die Incapaleizen en -tempels natuurlijk als eerste afgebroken, maar over het algemeen zijn de onderste paar meter van de muren gespaard gebleven. De Spanjaarden hebben er doodleuk hun eigen muurtjes bovenop geplakt. Elke keer dat er een flinke aardbeving is (de laatste grote was in 1950) dan storten die Spaanse muurtjes vaak in, terwijl de Inca muren blijven staan.

De bekendste steen is de twaalfhoekige steen, te vinden in de Hatunrumiyoc-straat. De steen schijnt onder andere zo beroemd te zijn omdat hij zou verwijzen naar 12 belangrijke families die ooit in Cusco woonden. Een andere theorie is dat hij lijkt op het Incakruis, dat ook 12 kanten heeft. De steen is in ieder geval makkelijk te vinden, want er staan op elk moment van de dag hordes toeristen en hordes kleine jongetjes omheen. De jongetjes beginnen je spontaan van alles te vertellen over de steen en vragen of je "de poema" wil zien. Het lijkt wel de Veluwe, met zo'n mythische poema die ergens verstopt zou moeten zijn. Als je ze niet negeert zijn ze op een gegeven moment klaar met hun verhaal en willen ze geld. De beste tijd om dit soort plekken te bezoeken is rond 8 uur 's ochtends, als de zon het straatje in schrijft en het nog lekker rustig is. In het algemeen ligt het leven in Cusco meestal plat tot 8 of 9 uur en kun je op je gemakkie door de straten lopen.

 
 

Muur van Acllahuasi

12 hoekige steen

Zoek de poema!

Voor wie er écht niet uitkomt.

   
 

De Inca-mythologie kent een aantal heilige dieren. Een ervan is de condor, die als link tussen de wereld en het hiernamaals werd gezien (hij eet dode dieren en zou hun ziel vervolgens naar de hemel transporteren). Ook de slang en de poema waren heilig en op vele religieuze incaruïnes zijn verwijzingen hiernaar te vinden. Voorbeelden zijn Q'enqo, de tempelsteen in Ollantaytambo en de muur in het straatje om de hoek van de Hatunrumiyoc-straat. In de muur is, met wat fantasie, een poema en een slang te zien. Vreemd genoeg staat dit in geen enkele reisgids vermeld, iets waar de eerder genoemde jongetjes dankbaar gebruik van maken. We weten dan ook niet of het zo door de Inca's bedoeld is, of dat het pas naderhand erbij verzonnen is.

's Avonds maken we onze eerste fout van de vakantie: we gaan eten bij el Sabor de la Ñusta aan Calle Plateros. Het restaurant ziet er niet verdacht uit, maar Anne neemt daar een bordje pasta met pesto dat nogal verstrekkende gevolgen krijgt...

 
 
 

Dag 12    Anne ziek

 

De titel verraadt het al: de dag erop is Anne ziek, op haar verjaardag nog wel. Ze heeft flinke diarree en moet daarnaast van alles wat ze eet of drinkt overgeven. Dus ook water met ORS of immodium. Die ochtend maken we ons nog niet druk over de Inca trail, die we gisteren volledig hebben betaald, maar dan moet het wel snel beter worden. De diarree houdt na een halve dag op, maar het overgeven blijft.

's Avonds beginnen we ons toch wel wat zorgen te maken; Anne begint na een dag overgeven en niets (kunnen) drinken toch behoorlijk uit te drogen.

 
 

Straatbeeld

Siësta

Kermis bij de Iglesia San Cristobal

Idem

Muntjes gooien

 
 
 

Dag 13    Anne opgenomen

 

De nacht brengt geen verbetering. 's Ochtends besluiten we medische hulp te zoeken en gaan we naar de Clinica Paredes (die ons door de Lonely Planet en een Nederlander die in Cusco woont wordt aangeraden). Het is boter bij de vis: het consult moet eerst contant worden afgerekend (USD 30) en vervolgens gaat de arts aan de slag. Hij stelt 2 manieren voor: De eerste is antibiotica voorschrijven (met het risico dat het de verkeerde zijn, of dat het niet helpt). Het alternatief is opname en IV toediening van antibiotica en vocht. We kiezen het laatste; daar gaat de Incatrail.. Achteraf blijkt Anne een E. Coli infectie te hebben; de bekende poepbacterie.

We weten zelf wel een beetje hoe het hoort te gaan in een ziekenhuis qua hygiëne e.d. Afgezien van typisch Peruaanse trekjes (verwarming niet aan bij 15 graden binnentemperatuur, geen zeep bij de wasbakken) komt het allemaal best betrouwbaar over. De zusters zijn heel aardig en leggen Anne zo goed mogelijk in de watten.

's Avonds ga ik voor de vorm wel nog naar de informatieavond over de Inca trail die morgen begint. Misschien niet zo slim; het klinkt allemaal geweldig en dan doet de wetenschap dat het aan je neus voorbijgaat des te meer pijn. Het is daarnaast ook jammer van het inschrijfgeld (ongeveer USD 480) dat we onherroepelijk kwijt zijn. Het missen van een unieke ervaring steekt echter het meeste.

 
 

Dag 14    Anne ontslagen, Coricancha                             (Eigenlijk Inca trail dag 1)

 

Het lijkt wel alsof ze het me nog extra in willen wrijven, want om 5 uur 's ochtends wordt er op mijn deur gebonsd door de gidsen. Die hadden onze afzegging dus nog niet doorgekregen... Rond 11 uur 's ochtends mag Anne het ziekenhuis verlaten en gaan we eerst het thuisfront van alle ontwikkelingen op de hoogte stellen.

Ook de reisverzekering (CZ) krijgt een mailtje. De site van CZ staat vol met redenen waarom CZ nou zo geweldig is, maar er staan geen praktische tips op zoals....wat je moet doen als je ziek bent in het buitenland? Zorg- en reisverzekeringen vinden het kennelijk belangrijker dat je je geld bij hen achterlaat dan dat ze je willen helpen als je ze ook daadwerkelijk nodig hebt. Grrr.

We wisten wel dat je het beste vóórdat je medische hulp zoekt, eerst contact met de verzekering op kunt nemen om vergoeding van de kosten waarschijnlijker te maken. Wat mij betreft een van de pot gerukt principe, als je er vanuit gaat dat wij de verzekering niet willen tillen. Op het moment dat Anne opgenomen moest worden, was het laatste waar we aan dachten mailen of bellen naar een zorgverzekering in Nederland waar je eerst 40 minuten in de wacht wordt gezet en vervolgens misschien wel verplicht naar de goedkoopste optie moet. We blijken nu overal bonnetjes van te moeten verzamelen, in het Engels, en een kopie van het consultverslag, bijsluiters van de voorgeschreven medicijnen etc.

 
 
- Beroemde 3 ramen, Qorikancha
 
  's Middags voelt Anne zich goed genoeg om naar Coricancha / Qorikancha mee te gaan, een belangrijke Incatempel die bijzonder rijk versierd was met goud en zilver. Het is nu gedeeltelijk een museum, bestaande uit de tempelresten en mooie schilderijen uit de Escuela Cusqueña, de school van Cusco. De muren die nog staan zijn zelfs vergeleken met de rest van Cusco bijzonder mooi (vooral de 3 inca ramen achter elkaar en de bijna pikzwarte buitenmuur). Ook de schilderijen zijn zeker de moeite waard. Omdat het in ons Boleto Turistico inbegrepen zit, gaan we ook naar het Museo de Sitio del Qoricancha, dat als een bunker onder het grasveld naast de voormalige tempel ligt. Je bent er geen uren zoet mee, maar ik zie er wel dingen die ik verder niet ben tegengekomen, zoals een plattegrond van Cusco uit de Incatijd. Perfect te combineren met Coricancha.  
 

Spaanse bovenkant, Inca onderkant

Muur van Coricancha

Karakteristiek silhouet

Poema plattegrond van Inca-Cusco

 
 
 

Dag 15    Tambomachay, Puca Pucara, Q'enqo, Sacsayhuamán (eigenlijk traildag 2)

  We pikken de draad van ons programma weer op. Rond Cusco liggen diverse belangrijke Incaruines en die gaan we vandaag af. Er zijn er 4 die ten noorden van Cusco liggen, allemaal langs dezelfde weg. Deze weg was vroeger de verbinding tussen Cusco (de Incahoofdstad) en de heilige vallei (het belangrijkste landbouwgebied van de Inca's). De ruines zijn Tambomachay (een watertempel), Puca Pucara (een fort om de weg te bewaken), Q'enqo (een vreemde rots met religieuze functie) en Sacsayhuamán (het belangrijkste Inca fort, op een berg boven Cusco).  
 

Tambo Machay

Puca Pucara

Zicht vanaf Puca Pucara op de vallei

Spelende jongetjes

Dak altaartje

 
 

Je kunt deze plekken afwerken met een georganiseerde reis, maar dan word je er in een paar uurtjes doorheen gesleurd. Eerst proberen we een openbare bus te nemen, maar we kunnen de terminal voor de bus naar Pisac niet vinden (die blijkt later in de zuidoostelijke hoek van de stad te liggen, als zijstraat van de Av. de la Cultura). In plaats daarvan nemen we 's ochtends een taxi die ons bij Tambo Machay afzet voor S/.15. We zijn net op tijd; terwijl we verder lopen naar Puca Pucara komen de eerste bussen al aan.

Vanaf Tambo Machay is het bergaf ongeveer 8 kilometer naar Cusco; heel goed te doen dus en je komt door leuke dorpjes. In een van die dorpjes lopen er ineen een stuk of 8 kinderen om ons heen die vragen of we muziek willen horen. Zonder ons antwoord af te wachten beginnen ze te zingen en na 10 seconden willen ze natuurlijk geld hebben. Puca Pucara en Q'enqo zijn ook mooi en bijzonder, maar het klapstuk is toch echt Sacsayhuamán. Wat ons in Peru opvalt is dat vaak een paar aardewerken beeldjes van stieren boven op een dak staan. De stieren moeten het huis tegen wind en onweer beschermen. Wat ik persoonlijk erg typisch vind is dat er af en toe INTI op het dak staat, de inca-zonnegod. En minstens net zo vaak staat er INRI (Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum) op het dak, een christelijk begrip dat op Jesus van Nazareth slaat. Grappig dat er maar 1 lettertje verschil zit tussen de heidense precolumbiaanse godsdienst enerzijds en de christelijke godsdienst van de conquistadores anderzijds.

In de streek rond Cusco worden bepaalde producten speciaal gemaakt, zoals Chicha (het roze maïsbier). Als een familie aan wil geven dat er chicha bij hen te koop is, dan knopen ze een stuk rood plastic aan een stok en hangen het aan hun gevel.

 
 
- Het incafort van Sacsayhuamán
 
  In de Inca tijd wilde men het stratenplan van Cusco laten lijken op een - jawel - poema, met Sacsayhuamán als hoofd. Het fort heeft muren die als kartels gebouwd zijn: de tanden van de poema. Ook nu wordt het fort rond 24 juni nog gebruikt als toneel voor Inti Raymi, een groot Incafeest, waar jaarlijks ongeveer 200.000 bezoekers op afkomen. De Spanjaarden konden bij de belegering van Cusco het fort niet innemen; pas na een lang beleg lukte het ze om de Inca's uit te hongeren.

De Spanjaarden wilden voorkomen dat bij een eventuele nieuwe opstand het fort zou gebruikt zou kunnen worden als toevluchtsoord, dus ze hebben goed hun best gedaan om het af te breken. Grote delen van Cusco zijn destijds gebouwd met steen afkomstig van Sacsayhuamán; wat er nu nog staat is maar 20% van het oorspronkelijke fort. De huidige resten van het fort waren vaak gewoon te zwaar of te goed passend om af te breken. De grootste megalieten zijn 120 ton zwaar! We kunnen het ons nog steeds niet voorstellen hoe het lukt om bakbeesten van die orde net zo goed te laten passen als de kleinere stenen...

 
   
 

Zoals al eerder gezegd kunnen we het geld dat betaald is voor de inca trail niet terugkrijgen. De Peruaanse regering heeft (terecht) het aantal wandelaars op de trail beperkt tot 500 per dag inclusief dragers en gidsen, om de impact op de trail te verminderen. Er moet een vergunning worden aangevraagd die op naam én op datum is. Ben je ziek, dan kun je dus niet een dag later beginnen of je kaartje doorverkopen. De trail is geisoleerd van alle andere wegen; ergens halverwege mee gaan lopen is dus ook geen optie. Teruggave van het geld is evenmin mogelijk; geen sympathieke constructie dus. We hebben als onderdeel van de trail ook betaald voor de toegang tot Machu Picchu ($ 73 pp) en het treinticket Aguas Calientes-Cusco. Die kaartjes kunnen we nog gewoon gebruiken en we willen ze graag ophalen. Dit leidt al met al tot een heel vreemd verhaal. Eerst werd ons door Andean Life verteld dat we de kaartjes na de begindatum van de trail gewoon in Cusco zouden kunnen ophalen, daarna werd het verhaal ineens dat onze kaartjes met de gids mee waren gegaan de trail op. Hij zou ze ons dan bij de ingang van Machu Picchu zowat door de spijlen van het hek aangeven.

Daar hebben we niet zoveel zin: we balen al dat we de trail niet kunnen lopen, maar om dan ook nog tot 8 uur 's ochtends te moeten wachten aan de poort van Machu Picchu.. We willen graag de zon zien opkomen en dat is zo rond 7 uur. Na een paar bezoeken waarbij we telkens iemand anders spreken komen we uiteindelijk uit bij de (onder)bazin die ineens wél iedereen kan bereiken en onze kaartjes opspoort. Ze blijken gelukkig toch niet de trail op gegaan te zijn (stel je voor hoe hard we zouden hebben staan vloeken als we hadden ingestemd met de eerder voorgestelde constructie en de kaartjes zouden tóch niet in het bezit van de gids zijn geweest...).

Andean Life, tja..ze hebben een goede naam. Maar, het zit ons toch niet helemaal lekker dat we minstens 4 keer langs moesten komen en bijna met de vuist op tafel moesten slaan, voordat ze er zelf eindelijk achter kwamen hoe de vork in de steel zat. Uiteindelijk hebben ze het netjes opgelost, maar het zag er lang duister uit voor ons.. Waarschijnlijk zegt het minder over Andean Life in het bijzonder en meer over Peruaanse bureaucratie in het algemeen: geef je niet te snel gewonnen.

 
 

Dag 16    Ollantaytambo, Reis Aguas Calientes                           (Eigenlijk traildag 3)

 

De reis van Cusco naar Machu Picchu is een bijzonder verhaal; Machu Picchu is niet te bereiken over de weg. Vanaf Ollantaytambo is de enige echte manier om verder te komen de trein of de inca trail. Die trein vertrekt vanuit Cusco en is ook een mooi staaltje van toeristenuitmelkerij. Voor een Peruaan kost een treinkaartje een paar sol, voor een buitenlander $44!! Als je vanuit Ollantaytambo vertrekt (ongeveer halverwege op de lijn Cusco-Machu Picchu) dan kost het nog steeds $34 in de Backpackersklasse. Wat pas echt krom is: het geld dat aan Machu Picchu wordt verdiend - en dat zijn miljoenen - gaat voor het grootste deel rechtstreeks naar Lima. De provincie Cusco is een arme provincie en als het aan de regering ligt, blijft dat zo.

We kopen een treinkaartje voor 's avonds vanuit Ollantaytambo en nemen vervolgens de openbare bus er naartoe. De bus vertrekt vanaf de "terminal" bij Puente Grau. Voor 6 sol pp zijn we in 2 uur in Ollantaytambo (even snel als de trein, maar wel 7 keer goedkoper!). Het fort van Ollantaytambo ligt prachtig tegen de berg aan geplakt en overziet de Rio Urubamba en de heilige vallei. Het fort is de enige (!) plaats waar de Conquistadores ooit een slag verloren hebben. Toen Cusco viel verschanste Manco Inca zich hier. Tijdens een aanval van de Conquistadores zette hij de vallei onder water en bliezen de Spanjaarden de aftocht. Het fort heeft een aantal muren die ik persoonlijk tot de mooiste Incamuren reken. De ligging is prachtig en het fort is relatief intact. Wat je ook doet, sla Ollantaytambo niet over, al was het alleen maar vanwege het uizicht!

 
 

Plattegrond

Zicht op de landbouwterrassen en het huidige dorp

Fortaleza Ollantaytambo

Graanschuur op de tegenoverliggende helling.

 
  We hebben onze bagage al bij Hospedaje Los Andenes gedropt, waar we morgenavond zullen overnachten. Rond 4 uur gaan we naar het treinstation, maar helaas blijkt onze trein gecancelled. Daar zit je dan. Ons doemscenario is dat we de laatste trein van de dag ook niet in kunnen en 's ochtends met de hele meute mensen die uit Cusco komen om 10 uur pas in Machu Picchu aankomen. Maar gelukkig hebben ze wel nog van service gehoord; om 8 uur komt er speciaal voor ons een luxe treinstelletje waarmee we naar boven sjezen. Op goed geluk lopen we naar Hotel Viajeros, waar we nog terecht kunnen.  
 
 

Dag 17    Machu Picchu, Reis Ollantaytambo

 
- De zon piept over de bergen van Machu Picchu
 
 

Machu Picchu opent om 6 uur en de eerste bus vertrekt vanuit Aguas Calientes om 5:30. Een alternatief voor de $12 dollar kostende bus is de berg op lopen, maar dan heb je misschien niet al te veel energie over voor de prachtige beklimmingen die je in en rond Machu Picchu kunt maken. Na alle gedoe en gezeik in Cusco is het een mooie beloning als we als bezoeker nr. 10 en 11 Machu Picchu binnen lopen om 6:05.

Tja, Machu Picchu is echt zo mooi en bijzonder als verteld wordt. Sommige mensen vinden het maar een kale hoop stenen, maar dat doet niets af aan de weergaloze omgeving. Het lijkt net een zadel dat op een bergrug tussen 2 toppen ligt. Zorg er voor dat je voor 9 uur je overzichtsfoto's klaar hebt, want daarna wordt het erg druk en het licht hard. Bij opkomende zon is de Hut of the Caretaker of the Funerary Rock een mooie plek om je op te stellen.

 
 

Plattegrond

Zicht vanaf Huaynapicchu

idem

 
 

We hebben de missie om onze Inca Trail gids van Andean Life, Freddy, te vinden aangezien hij onze treinkaartjes naar Cusco heeft. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Machu Picchu is de definitie van onoverzichtelijkheid. We verliezen het vertrouwen dat we hem toevallig gaan tegenkomen en besluiten zijn mobiel te bellen. Net als ik het kleingeld in de telefoon wil kieperen hoor ik ineens achter me: "¡Hermano!". Jawel; Freddy staat achter me. 

Op de achtergrond van Machu Picchu ligt een berg die veel op het silhouet van een liggend indianengezicht lijkt. De neus van de indiaan is de berg Huaynapicchu, die je ook kunt beklimmen en vanaf waar je een prachtig uitzicht op de Urubamba vallei, Machu Picchu en Aguas Calientes hebt. Er mogen per dag echter maar 400 mensen de trail op, dus wacht niet te lang. Vanaf 9 uur is de kans aanwezig dat je positie in de wachtrij al verder dan 400 is en dat je pech hebt. Ik heb geluk en kan om 11:30 alsnog beginnen. De klim is zeer steil maar niet erg lang (ik doe er 50 minuten over). Heb je hoogtevrees of claustrofobie: begin er niet aan! De trail eindigt met een ladder, als je deze bent opgegaan sta je midden tussen 6 of 7 grote rotsblokken die de top vormen. Het is de eerste keer dat ik meemaak ECHT op de absolute top van een berg te staan: behalve die 7 blokken is er Niets om je heen. Het uitzicht is onbetaalbaar. Machu Picchu schijnt er vanaf Huaynapicchu uit te zien als een condor, maar dat haal ik er niet uit.

Nadat we 8 uur door Machu Picchu hebben geklauterd, hebben we het zien veranderen van een prachtig monument tot een gigantische mierenhoop. De toeristen blijven maar komen. Het grote aantal bezoekers per dag (soms wel tot 5000) heeft mogelijk een desastreus effect op Machu Picchu: een grote aardverschuiving dreigt. Dwars door de religieuze sector is het goed te zien: in sommige muren zijn de stenen al 5 tot 10 centimeter uit elkaar geschoven. Japans onderzoek heeft de verschuiving vastgesteld op soms wel 1 centimeter per maand! De precieze reden hiervoor is natuurlijk moeilijk vast te stellen; op hellingen waar nooit een mens komt vinden ook regelmatig aardverschuivingen plaats. Toch ligt het voor de hand dat de duizenden toeristenvoetjes die dagelijks over de berg denderen niet meehelpen. De regering in Lima raakt haar inkomstenbron natuurlijk niet graag kwijt en grijpt niet in.

Nadat we weer in Ollantaytambo uitgestapt zijn voel ik me op mijn beurt niet zo lekker. Misschien komt het door iets wat ik heb gegeten, misschien komt het door het water dat in mijn Camelbak zat...

 
 

Detail van het woongedeelte

Zicht op de "Happy Mountain"

Tempel van de Condor

Aguas Calientes

 
 

Dag 18    Reis Urubamba, Leonard ziek

 

De ochtend erop voel ik me niet bepaald beter. Ik ben continu misselijk, moet een paar keer overgeven en heb diarree. Dat komt ons niet zo goed uit, omdat we net allerlei plannen hadden om het tempo van voor de ziekte van Anne weer op te pikken. We willen vanuit Ollantaytambo de colectivo naar Urubamba nemen. Terwijl we de bagage op het dak laden word ik ineens weer heel misselijk en voor het oog van alle Peruanen die al in de colectivo zitten te wachten ga ik op straat over mijn nek. Een typisch Peruaanse remedie hiervoor is een doekje met alcohol over je gezicht wrijven (of in ieder geval een remedie die we voor het eerst in Peru zien). Ik sta nog maar net weer recht of er komt al een bezorgde Peruaanse campesina aan met een alcoholdoekje. Als we eenmaal in de bus zitten kijken mijn medepassagiers me erg wantrouwig aan..

In Urubamba nemen we voor weinig geld een prettige kamer in Hotel Urubamba (S/. 30). Er is niets aan te merken op de kamer, maar toch zijn er een paar typische Peruaanse "stijlkenmerken" te zien: de vloerbedekking is nét niet passend gesneden (met een kier van 10cm) en het douchegordijn is nét 2 cm te kort (en dan staat na het douchen de badkamer helemaal blank). Het toppunt: het lichtknopje hangt binnen de douchecabine! Tijdens het douchen gaat het licht ook heel zachtjes branden door het water wat er onvermijdelijk tegenaan spat; een elektrische douche maar dan anders :).

We begrijpen het niet zo: met nét een klein beetje meer aandacht was het een hele nette hotelkamer geweest. Het zou ze geen sol meer aan materialen gekost hebben, alleen maar in planning en aandacht. Een duidelijk geval van close but no cigar. Het lijkt wel alsof ze het ze gewoon geen flikker interesseert.

Urubamba is verder een leuk dorp zonder al te veel toeristen. Anne brengt de dag grotendeels door in "The Muse Too" aan het Plaza de Armas (een relaxte gringopub), terwijl ik in bed lig uit te zieken. 

 
 

Doucheknopje IN de douchecabine

Zijn ze nou aan het gymmen?

Of aan het dansen?

 
 
 

Dag 19    Pisac

 

De ochtend erop besluit ik dat ik me beter voel en, nog steeds wat onvast op de beentjes, gaan we ontbijten in The Muse Too. De ziekteperiodes van ons beiden komt slecht uit; het einde van de reis begint in zicht te komen en er zijn toch nog wel wat zaken die we persé willen zien. Ook móeten we vanavond eigenlijk weer terug naar Cusco om de vlucht naar Lima te boeken. Achteraf gezien hadden we dat natuurlijk al veel eerder moeten regelen, maar het is niet anders. Ik voel me nog steeds niet erg lekker, maar ik hoef in ieder geval niet meer over te geven. Toch ben ik geenszins in staat om te gaan buffelen; we zullen het ook vandaag rustig aan moeten doen.

We nemen de bus naar Pisac en vervolgens delen we de taxi naar het fort met een tweetal Belgische backpackers. Het Incafort strekt zich uit over een bergkam die boven het dorp ligt. Je kunt er op twee manieren naartoe; de eerste manier is om vanuit het dorp naar het noorden toe direct de berg te beklimmen. De andere manier is om een taxi te nemen naar het oostelijke deel van het fort (of die 6 km te lopen natuurlijk) en langs de eerstgenoemde kant weer naar beneden te komen. Vergeleken met de strakke muren van Ollantaytambo en Sacsayhuamán, lijkt het grootste stuk van Pisac nogal rommelig gebouwd. De ligging is echter minstens zo mooi als Ollantaytambo, je kunt prachtig uitkijken over de vallei. Als we Pisac weer inlopen komen we langs de bekende markt. Volgens de Lonely Planet kun je met wat afdingen dezelfde prijzen krijgen als in Cusco; in onze ervaring is Pisac dan nog steeds duurder. Dat kan natuurlijk ook betekenen dat we gewoon niet zo goed zijn in afdingen :).

 
 

Fort van Pisac:

Uitzicht over de Valle Sagrado

 
 

We hebben onze bagage in Hotel Urubamba laten liggen, dus we moeten wel terug om deze op te halen. Het is dus nogal balen als we er in Urubamba achter komen dat de bus naar Cusco via Pisac gaat! Van de andere kant zou ik niet hebben geweten waar we de bagage in Pisac hadden moeten stallen, maar het is toch vervelend dat we 2 uur extra in de bus zitten en dan weer op hetzelfde punt uitkomen. Op weg naar Cusco blijft de chauffeur maar passagiers aannemen; op een gegeven moment is de bus zo vol dat op elk bankje 3 mensen zitten in plaats van 2 en er dan nog steeds 40 mensen in het gangpad staan. Het wordt zelfs de Peruanen zélf te erg; in niet mis te verstane bewoordingen wordt de chauffeur duidelijk gemaakt dat de passagiers zelf vinden dat de bus VOL is.

Voor de laatste paar dagen lijkt het ons leuk om een hotel met wat meer luxe te nemen. Voor het driedubbele van Hotel Urubamba nemen we een kamertje in Hostal Saphi. Het vreemde is; in een wat duurder hotel word je vaak veel minder attent en vriendelijk behandeld dan in de simpele en goedkope hostals. Er zijn een hoop redenen voor te verzinnen waarom dat zo is (in Nederland is het natuurlijk ook vaak zo), maar het wekt bij ons een soort wrevel op. Wij vinden dat in Cusco de winkeliers en andere Peruanen die in de toeristenindustrie werken af en toe ronduit bot kunnen zijn, vergeleken met andere plaatsen (Puno, Nazca, Pisco).

Iedereen die naar Peru gaat, bezoekt op zijn minst Cusco. Voor veel toeristen is het zelfs de eerste stop vanuit Lima. De souvenirverkopers doen hier dan ook bovengemiddeld hard hun best om je aandacht te trekken; voor veel buitenlanders is dit hun eerste contact met de Peruaanse souvenirs en is alles nog nieuw en bijzonder. Wij hadden bij aankomst al 2 weken vol alpacatruien, vingerpoppetjes, T-shirts, kalebassen, aquarellen en andere Peru-parafernalia erop zitten en zijn dus niet zo onder de indruk van het aanbod van de Cusqueñaanse verkopers. We hebben al veel verkooppraatjes gehoord, toch is er een meisje van een jaar of 8 dat ons even met onze mond vol tanden doet staan. Ze loopt over straat met op elke vinger een vingerpoppetje en vraagt of we er een paar willen kopen voor 2 sol per stuk (1 sol in Puno). We vertellen haar dat we er al 6 hebben, waarop zij vrolijk zegt; dan hebben jullie toch nog 4 vingers over?

De terugvlucht boeken we bij een kantoortje aan Av. Sol. Achteraf gezien is het waarschijnlijk het goedkoopste om het op het vliegveld zelf te boeken.

 
 
 

Dag 20    Cusco

 

We moeten in opdracht van CZ nog allerlei bonnetjes en bewijzen bij de kliniek gaan regelen. Leuk detail: de arts die Anne behandeld heeft, is er vandaag niet. Maar, zonder dat we erom vragen krijgen we zijn mobiele (persoonlijke) nummer en mogen we hem zomaar bellen als we nog vragen hebben. Dat krijg je in Nederland echt niet voor elkaar.

's Avonds ontmoeten we Ortwin, een collega van Anne's moeder die in Cusco woont, in een kroegje aan het Plaza San Blas. Hij stelt voor om de volgende dag met hem mee te komen als hij het gezin van zijn petekind bezoekt. We wilden eigenlijk Salinas en Moray nog graag bezoeken, dus we moeten een keuze maken. We kiezen ervoor om met Ortwin mee te gaan om Peru ook van een andere kant te leren kennen; die van een arme familie ergens hoog in de Andes. Het blijkt een gouden keuze.

 
 

Uitzicht over Cusco

Cristo Redentor - Cusco style

Plaza San Blas

 
 

Dag 21    Met Ortwin mee naar Chauhuaytire

   
 

Ortwin moet voor zijn werkzaamheden voor HoPe vaker grote reizen maken, om de scholen die door HoPe opgezet zijn of gesponsord worden, te kunnen bezoeken. De taxichauffeur die hem normaal gesproken vervoert doet dat vandaag ook. Bijkomend voordeel is dat de chauffeur Quechua spreekt en dus als tolk kan functioneren. Quechua is de taal die door de Inca's werd gesproken en is nog steeds de voertaal in grote delen van de Andes. De familie die we bezoeken spreekt (vrijwel) uitsluitend Quechua.

Als eerste gaan we naar de markt (geen toeristenmarkt deze keer, maar een voor de locals) waar Ortwin op zoek gaat naar wat cadeautjes voor de kinderen van het gezin. De meisjes, Maruja en Victoria, zijn 8 en 10 en krijgen wat leuke kleren. Wij nemen het cadeautje voor hun broertje Juan Carlos van 3 voor onze rekening. Vuilnis wordt zo hoog in de Andes niet opgehaald; het is dus erg belangrijk dat we liefst zo weinig mogelijk spullen van plastic meenemen. Toch is dat in sommige gevallen moeilijk te voorkomen; probeer maar eens tandenborstels en tubes tandpasta te vinden die níet van plastic zijn.

Het concept van gastvrijheid wordt in Peru en zeker in de wat meer traditionele dorpen nog erg serieus genomen. Ortwin vertelt dat hij een keertje, in een poging om het gezin niet op kosten te jagen door zijn bezoek, zelf 3 flessen cola had meegenomen. Direct na zijn aankomst verdween de vader ineens en kwam even later terug met 4 flessen cola, om als gastheer maar gastvrij genoeg te zijn! Dat doet hij dus niet meer, maar hij neemt wel een aantal dingen mee die in het dorp zelf niet of nauwelijks te krijgen zijn. Zeep, groenten en de eerder genoemde tandenborstels bijvoorbeeld.

Op weg naar het dorp Chauhuaytire rijden we langs een paar scholen die door HoPe zijn gebouwd. De manier waarop dit gebeurt spreekt ons erg aan: zo wordt er niet "zomaar" gratis een gebouw neergezet. Het komt op de Peruanen zelf aan om voor een groot deel van de materialen te zorgen, zoals de adobe (modder) blokken waarmee de muren gebouwd worden. HoPe levert vervolgens geschoolde werkers als een elektricien, een ingenieur e.d. De scholen zien er in vergelijking met de overige huizen inderdaad nogal "Nederlands" uit: stevig en met een goed dak. Voor een aantal van de dorpen die we vandaag zien geldt dat de regering in Lima volhoudt dat er geen mensen wonen. Dit ontslaat ze van de verantwoordelijkheid om voorzieningen als water, elektriciteit en onderwijs te verzorgen. Als er al geld naar deze regio gaat, dan meestal naar projecten die minder afgelegen liggen of toeristen trekken. Zichtbare projecten trekken nou eenmaal meer stemmen in verkiezingstijd dan wanneer het geld aan minder dicht bevolkte gebieden wordt besteed. Dat daar ook mensen wonen die zonder dit soort voorzieningen minder kansen krijgen op onderwijs en het verbeteren van hun situatie, houdt de regering minder bezig.

Het huisje van de familie is klein en eenvoudig, hooguit 3 bij 6 meter. In de ruimte is een brits-achtig bed waar, vanonder een stapel kleren, het geblaat van een pasgeboren lammetje komt. Tomassina, de vrouw des huizes, haast zich naar het dorpswinkeltje om wat drinken voor de gasten te halen. De eerste minuten weten we ons geen houding te geven; we verstaan elkaar niet en worden geconfronteerd met een bestaan dat zo veel armoediger is dan wat we in Nederland kennen. Het clichégevoel is dat zo'n moment je je eigen zorgen doet relativeren, maar zo voelt het ook echt. Ik wil deze ervaring dolgraag vastleggen door middel van foto's, maar het duurt even voordat ik het durf te vragen. Het resultaat zie je hier.

 
 

Maruja en Eliasser

Victoria

Juan Carlos met z'n treintje

 
 

Veel van het handelsverkeer in deze dorpen is gebaseerd op ruilhandel; hierdoor is het hebben van fysiek geld niet vanzelfsprekend. De enige manier voor bewoners van dit soort dorpen om aan geld te komen is om naar lager gelegen dorpen te gaan en daar hun producten te verkopen. Ook geweven voorwerpen en kleden kunnen geld opbrengen, waarmee dan weer spullen gekocht kunnen worden die ze in hun eigen dorp niet kunnen krijgen. Ortwin vertelde van tevoren dat hij zelf vaak wat van de handwerkjes kocht om het systeem wat te steunen. Het is beter dan geld zomaar geven. Op een gegeven moment halen Tomassina en een andere vrouw uit het dorp de kleden, tasjes en geweven koorden tevoorschijn die vanaf de geschoren wol met de hand gesponnen, geverfd en geweven zijn. We zoeken we een paar prachtige dingen uit, eigenlijk nog steeds voor veel te weinig geld.

Het houten treintje met 10 wagonnetjes dat we voor Juan Carlos hebben meegenomen valt in de smaak; hij is minstens een uur het doosje in en uit aan het pakken. Als andere kinderen uit het dorp willen meespelen pakt hij telkens alles in, gaat 4 meter verderop op het erf zitten en pakt alles weer uit. De kindjes hobbelen er vrolijk achteraan en proberen de wagonnetjes weer in te pikken. Na een uurtje komt de vader bij het huis aan en we krijgen allemaal een handkus van hem. Er is een feest op het dorpsplein en het is duidelijk dat hij al behoorlijk wat chicha achter de kiezen heeft. Uiteindelijk zeggen we iedereen gedag en rijden, erg onder de indruk, weer terug naar Pisac en Cusco.

 
 
 

Dag 22    Vlucht Cusco - Lima

   
 

We hebben wel een beetje tegen deze dag en de volgende opgekeken. Het is een dikke week geleden dat de Britse politie aanslagen heeft verijdeld die met vloeibare explosieven gepleegd zouden worden en de extra maatregelen hebben over de hele wereld tot gigantische vertragingen geleid. We verwachten dus ook wel wat problemen, ook omdat we via Atlanta en New York vliegen. Vanaf de vlucht vanaf Cusco naar Lima zullen we 42 uur onderweg zijn. Als we op Lima landen zien we het niet zo zitten om met bagage en al de stad in te gaan, een kamer te boeken en eventueel nog op pad te gaan. We kiezen er voor om te wachten op het vliegveld tot onze vlucht naar Atlanta vertrekt. Dat betekent wel dat we 14 uur moeten wachten...

3 uur van tevoren willen we gaan inchecken. Ruim op tijd zou je denken, maar er staat door de extra checks al een rij van 1,5 uur. Voor het boarden is nog een extra controle: 40 passagiers worden willekeurig geselecteerd en mogen nogmaals hun handbagage omkieperen. En jawel hoor, een Amerikaanse vrouw en haar tienerdochter zijn de klos. Ze hebben hun toilettas vol verboden (want vloeibare) spulletjes in hun handbagage zitten en deze spullen wordt onder luid protest van de vrouw in beslag genomen. Ik kan me voorstellen dat je als Amerikaans staatsburger het gevoel hebt dat je boven alle verdenking van het plegen van aanslagen staat, maar dom is het wel. Haar dochter schiet zo in de stress dat ze, te midden van 300 medepassagiers, over moet geven.

Ons vliegtuig vertrekt uiteindelijk 30 minuten te laat, waardoor we maar een uurtje hebben om in Atlanta onze vlucht naar New York te halen. In die tijd moeten we een half vliegveld zien af te leggen en door de (altijd strenge) immigration heen komen. Als vervolgens onze bagage ook nog eens wordt uitgecheckt zien we het heel somber in, zeker met alle mogelijke extra checks in het achterhoofd. De aansluitende vlucht heeft gelukkig vertraging en we halen het nét. Phew.

 
 

Dag 23    Vlucht Lima - Atlanta - New York - Amsterdam

 

Kust van Florida

 
  Best bijzonder hoe melig je wordt van 42 uur reizen. Op een gegeven moment kan het ons allemaal niets meer schelen. 3 uur naar New York? Peanuts. 6 uur wachten? Makkie! Een vluchtje van 9 uur? Who cares? Als we eindelijk weer thuis zijn, storten we pas echt in. Een waardig einde van een prachtige reis!  
 
 

Epiloog

   
 

Deze epiloog kan zo lang worden als ik het wil maken; Peru is een land dat ons hart geraakt heeft.

De volksaard kwam op ons vrij gemoedelijk over, met name buiten de grote steden. Zelfs met aftrek van de gringo factor (oftewel: er valt aan je te verdienen) zijn de Peruanen op ons over gekomen als open en vriendelijke mensen. De rijke historie drukt nog steeds een onmiskenbaar stempel op het land, met name natuurlijk de bloeiperiode van de Inca-cultuur. Bij elke stap door het land komt het op je af. Mede hierom kan ik het iedereen aanraden om voorafgaand aan een reis naar Peru, eerst wat te lezen over die historie. Vooral de geschiedenis vlak na de komst van de Spaanse Conquistadores, onder leiding van Francisco Pizarro, heeft mij persoonlijk erg geraakt. Om de geeuwreflex voor te zijn zal ik niet te veel inhoudelijks hierover herhalen; de vele reisgidsen kunnen dat veel beter dan ik.

Het heeft mij wel verbaasd dat er een standbeeld van Pizarro te vinden is in Lima! Dat terwijl onder zijn leiding de Conquistadores  vreselijke slachtingen onder de bevolking aan hebben gericht en het Incarijk door hen systematisch geplunderd werd. Alsof er in Nederland of België een standbeeld van de hertog van Alva ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Fernando_Alvarez_de_Toledo )zou staan. In grote delen van Peru leeft aan de ene kant de trots over de Inca-roots nog vrij sterk, maar aan de andere kant wordt het wel getolereerd dat zoiets als een standbeeld in datzelfde land staat. Waarschijnlijk geeft het vooral heel duidelijk aan dat Lima erg verschilt van grote delen van het land. Niet alleen qua etnische samenstelling van de bevolking, maar ook in sociaal-economisch opzicht.

De laatste decennia zijn er grote politieke verschuivingen geweest in het land. Na jaren van gewapend verzet door groeperingen als de MRTA en hyperinflatie van 7000% moest in 1990 Alán Garcia Perez aftreden als president, het land in chaos achterlatend. Door een aantal harde en bijna dictatoriale maatregelen werd het tij gekeerd door zijn opvolger Fujimori, een Japanse immigrantenzoon. Wij begrijpen niet dat bij de verkiezingen die onlangs werden gehouden, diezelfde Alán Garcia Perez na 20 jaar weer herkozen werd! Zijn tegenkandidaat was Ollanta, een soort Peruaanse Hugo Chavez (de zeer sterk anti-Amerikaanse president van Venezuela). Waarschijnlijk omdat veel Peruanen bang waren dat de Amerikaanse toeristen weg zouden blijven na een verkiezing van Ollanta, heeft men "dan maar" op Alán Garcia Perez gestemd, als minste van de 2 kwaden. Tja, zegt men dan, we hopen dat hij van de fouten uit zijn 1e termijn heeft geleerd. Het bijzondere is dat tegelijkertijd ongeveer 1 miljoen Peruanen wilden stemmen op Fujimori, die inmiddels in een Chileense cel zit wegens corruptie tijdens zijn bewind als president van Peru (1990-2002)! Fujimori was hierom al voor de verkiezingen gediskwalificeerd. Intussen is Fujimori uitgeleverd aan Peru, waar nu een proces tegen hem loopt vanwege corruptie en schending van mensenrechten.

Als toerist ontkom je bij een bezoek aan Peru niet aan de verkopers; iedereen met een westerse kop is een potentiële klant. Wat ons erg opviel was dat het soort koopwaar overal zowat hetzelfde was: 1) alpacatruien, mutsen en sokken 2) vingerpoppetjes, gebreide lama's en poppen 3) aquarellen, tekeningen en ansichtkaarten 4) potjes, kleien fluitjes, kalebassen en ander keramiek. Sommige spullen daarvan zijn handgemaakt, maar ik ben er vrij zeker van dat het overgrote deel van de bovenstaande souvenirs die in Arequipa verkocht worden, uit dezelfde fabrieken rolt als die in Cusco. Wat ik persoonlijk daarnaast niet begrijp is dat er ontzettend weinig originele initiatieven lijken te zijn. Iedereen verkoopt zowat hetzelfde en verwacht dan kennelijk ook nog dat het lukt! Als er al 5 ansichtkaartenverkopers over het Plaza de Armas struinen, heeft het weinig zin om daar als 6e bij te gaan lopen. 

Een voorbeeld: veel toeristen zijn erg geïnteresseerd in de resten van de Inca cultuur, die in Cusco op veel plekken te bewonderen zijn. Toch is er nauwelijks iets te vinden dat hierop inspeelt: bijvoorbeeld een kaart van het Inca rijk, een plattegrond van Cusco uit die tijd en de belangrijkste sights of een boekje met van die doorzichtige pagina's met daarop de originele Inca gebouwen die je op foto's van de huidige gebouwen kunt klappen. Waarschijnlijk stel ik het me, als inwoner van een land waarin alles kan, gewoon te simpel voor. De mogelijkheden om eigen ideeën te realiseren (en het beroemde gat in de markt te vinden) zijn in een arm land als Peru misschien veel meer beperkt. Misschien heeft het echter ook een beetje te maken met een verschijnsel dat me eerder opviel, namelijk dat af en toe de schouder-ophaal-mentaliteit het overneemt.

Er zijn natuurlijk grote delen van het land die we niet hebben kunnen ontdekken, reden genoeg dus om er ooit nog eens naar terug te gaan (en om die inca trail alsnog te lopen :) ).