PocoPoco Home Reizen Foto's Gastenboek

                 

 

In dit Sevilla Alfabet vind je deels het verslag van onze talenreis en deels informatie over de stad en de streek. Bij sommige letters konden we wel vijf karakteristieke zaken bedenken (Alcázar, Alhambra, Alameda, Andalusië, etc.), dus we moesten er enigzins creatief mee omgaan!

 

Alcázar

  Ook wel het Alhambra van Sevilla genoemd. Het is een stuk kleiner dan het beroemde Alhambra in Granada, maar zeker zo mooi en zonder de drommen toeristen misschien wel meer de moeite waard. Als (Nederlandse!) student kun je zelfs gratis naar binnen en er uren doorbrengen in de mooie zalen met mozaïeken en indrukwekkende Moorse bogen en in de tuinen met sinaasappelbomen. Voor ons bleek het een zeer geschikte plek om ons Spaanse huiswerk te maken.

In het Palacio Mudejar kun je de prachtigste mozaïeken zien en kunstig uitgebeitelde reliëfs in de muren. Hier zit de verf er nog op, in tegenstelling tot het Alhambra. Het ziet er allemaal net wat gelikter uit, wat een goed beeld geeft van hoe het ooit moet zijn geweest.

 

Babylon idiomas

Onze talenschool, dit was achteraf een heel goede keuze! Nee, echt.

De leraren zijn jong, spreken uitsluitend Spaans op een manier die je als niet-Spanjaard goed kunt volgen en in de les is er naast grammatica veel ruimte voor slap ouwehoeren (in het Spaans); veel oefenen dus. Een aanrader wat ons betreft, zeker gezien verhalen die we van studenten van andere scholen hoorden. Als je snel goed Spaans wil leren raden wij wel aan om thuis alvast wat voorwerk te doen, dan heb je kans dat je in een wat hogere klas komt en dus sneller die grammatica kan oefenen.

En, het is gezellig! Je kunt, als je daar zin in hebt, optrekken met je mede-studenten. Het leuke, razend effectieve (en soms licht irritante) is dat men vaak zo fanatiek met Spaans bezig is, dat je zelfs tijdens het uitgaan nog aan het "studeren" bent :).

Catedral

 

De eerste week wachtten we mooi weer af voor we de eerste stap in de kathedraal van Sevilla zetten. Het is een enorm bouwwerk, met daarnaast de bekende Giralda toren. Deze toren is een overblijfsel van de moskee die er ooit stond. Binnen zie je eigenlijk pas goed hoe groot de kerk is, zelfs een van de grootste van de wereld. Het is er uitbundig versierd met goud en schilderijen. Ook is er de tombe van Columbus. Het schijnt dat hier zijn botten liggen - je moet ze maar op hun woord geloven.  

Het bijzondere aan de toren is dat er geen trappen zijn die naar de top leiden, maar schuin oplopende plateaus. Op die manier konden vroeger ook paarden naar boven lopen (geen idee waarom eigenlijk, misschien als een soort lift?). Vanaf de toren heb je een mooi uitzicht over de stad. Wij zagen onder andere de Alameda, het Plaza de Toros en de Puente de la Barqueta over de Rio Guadalquivir, waar de Rotterdamse brug nog op is geïnspireerd.

Buiten op het plein werd vaak gitaar gespeeld door een man. We zijn er even bij gaan zitten. Onvoorstelbaar hoe iemand zo veel gevoel in muziek kan omzetten. En dan in februari bij de ondergaande zon onder de sinaasappelbomen zitten. Kippenvel...

 

Dos cañas

Bij elk eetmoment van de dag was dit steevast onze bestelling. Oftewel: twee bier! Voor het luttele bedrag van €1,20 kun je al genieten van een ijskoude Cruzcampo op een zonovergoten terrasje. Mmm...

Españoles

We hebben het er tijdens de les nog over gehad: topicos, vooroordelen. Duitsers eten worst, Hollanders zijn zuinig, Italianen zijn temperamentvol en Spanjaarden… wij dachten al dat ze best wel gesloten waren, en dat klopte ook wel. We hebben natuurlijk veel met de andere leerlingen van de school opgetrokken en dat waren uiteraard geen Spanjaarden. De enige Spanjaarden die we tegenkwamen waren maar tot op zekere hoogte in ons geïnteresseerd, wat vast ook iets te maken had met ons nog niet optimale Spaans. Ook zal het in de dorpen vast weer anders zijn dan in Sevilla. Over het algemeen zijn het mensen die heel trots zijn op hun cultuur en taal en de streek waar ze vandaan komen.

Flamenco

 

De dans van Andalusië. Een keer per jaar is er de Féria de Abril, een gigantisch festival in Sevilla waar de hele stad zich voor uitdost in een traje de flamenco (een flamenco-jurk plus alle accessoires) en zich toelegt op het dansen van de Sevillanas of de flamenco. Helaas waren wij niet in de gelegenheid om dit festival mee te maken. Het schijnt echter wel iets van de Sevillanen zelf te zijn, dus je zal als buitenstaander, laat staan als guiri, nooit echt mee kunnen feesten. Misschien een beetje zoals carnaval in Limburg voor een Amsterdammer.

Wij genoten op een van onze laatste avonden van een avond flamenco bij Casa de Carmen. Wat een enorm hakkengeweld! Carmen danste zelf ook, een prachtige Spaanse vrouw, waar alles groot aan was. En de muziek... die zorgde alweer voor kippenvel.

 

Granada

  Na ons uitstapje naar Córdoba (zie Mezquita) reden we met ons huurbakkie naar Granada. Het regende en we hadden wel zin om nog wat te rijden. Daar aangekomen, in het donker en met stortregen, reden we verkeerd door het verwarrende hoogteverschil in de stad. Wat dichtbij het hotel leek te zijn bleek honderd meter hoger te liggen en vrijwel onbereikbaar voor auto's. Gelukkig vonden we daarna snel een parkeerplaats, een bijna onmogelijke opgave in Granada. We sliepen een nacht in Hostal Landazuri, prima hotel met extra dekens en verwarming. Het is namelijk wel iets kouder daar, zeker als de zon zich niet laat zien. De volgende dag lieten we onze tassen in het hotel en togen naar Het Alhambra. We hadden niet goed in onze reisgids gekeken, want daar aangekomen bleek dat we kaartjes nodig hadden voor de echt mooie dingen: het Palacio Nazaríes, het Alcazaba en de Generalife tuinen. 

Dat werd dus even een kilometer teruglopen en in de rij staan. Wat een circus, net Disney Land, maar dan met een ontmoedigingsbeleid. Nergens op het terrein staat aangegeven dat je een kaartje moet halen, en waar de kassa is. In de zomer schijnt het trouwens wel slim te zijn om te reserveren. Gelukkig waren er een paar oplettende Nederlanders die ons erop wezen dat je ook gewoon kaartjes uit een automaat kon halen met je pinpas. We mochten vanaf 14.00 naar binnen in het Palacio Nazaríes. Dit lijkt veel op het paleis in het Alcázar, met veel mozaïeken en prachtig uitgebeitelde muren, maar dan veel groter (en drukker). Het Alcazaba is een soort burcht, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de stad. Vanwege het lange wachten hebben we de tuinen overgeslagen, ook omdat we die in het Alcázar al hadden gezien. Daarna waren we zo gaar en moe dat we snel in de auto zijn gestapt, snel terug naar 'ons' Sevilla...

 

Hercules (Alameda)

  De Alameda de Hercules was ‘ons’ buurtje voor 2 weken en is ons goed bevallen. Net buiten het centrum, dus niet te veel toeristen, en een gezellige, alternatieve sfeer. De Alameda zelf is nou niet bepaald een heel mooi plein, maar er zijn wel veel leuke restaurantjes en café’s, waar je tot diep in de nacht buiten op een terrasje kan zitten. Andere plekken in Sevilla waar je goed de nachtelijke bloemetjes buiten kunt zetten: Plaza San Salvador en natuurlijk Triana!  

Ir de compras = winkelen

Sommige dingen kun je bijna nergens beter kunt kopen als in Spanje, en dat zijn bijvoorbeeld leren schoenen, kleding (vooral als je qua lengte in de Spaanse hoek zit) en vele accessoires. Een beetje Spaanse vrouw bulkt namelijk van de riemen, zonnebrillen, tassen en sieraden. Dit alles is voor een heel redelijke prijs aan te schaffen in een van de strak ingerichte tiendas. Die lage prijs is onder andere te danken aan de gretige afname door het winkelende publiek, waardoor de winkeliers hun marges laag kunnen houden. In het zuiden van het land kun je daar nog de vele winkeltjes voor flamencoverwante artikelen aan toevoegen. Alle vrouwen en meisjes stellen hier hun flamenco-outfit voor o.a. de Féria de Abril samen in de vorm van een gestippelde jurk met vele lagen en ruches (al dan niet zelfgemaakt), schoenen, oorbellen van een paar kilo per oor, een abanico (een waaier) en allerlei soorten kammen en bloemen die in het haar kunnen worden gestoken.

Jerez

De stad Jerez de la Frontera hebben we helaas moeten overslaan, maar het schijnt leuk te zijn om daar een dagje heen te gaan. Voor sherryliefhebbers misschien zelfs als uitvalsbasis voor proeverijen. Wij genoten in Sevilla wel van een ijskoude vino de manzanilla bij het indrukwekkende flamenco optreden in Casa de Carmen.

Koffie

Hoewel er in Spanje zeker net zoveel en vaak koffie wordt genuttigd als in Italië, is de kwaliteit niet om over naar huis te schrijven. We vroegen de Italiaanse uit onze klas wat zij het meeste miste... De koffie natuurlijk! Onbegrijpelijk, ze hebben dezelfde machines, dezelfde koffie en toch weten ze er iets van te maken dat qua smaak en consistentie het meeste wegheeft van motorolie. Maar, vreemd genoeg, alles went. Na een week snakten we naar onze dagelijkse caffeïne-injectie bij Las Columnas op de Alameda.

Las Columnas

Niet om nou alleen voor deze toegankelijke tapas-tent reclame te maken, waar je lekker ongecompliceerd paëlla kunt bestellen voor €2,25 (zelf ophalen bij de bar). We hebben nog veel meer leuke bars en restaurants ontdekt. Voor tapas met een hip én culinair tintje: Borear op C/ Alfonso 12. Ook op de Alameda: Casa Paco, waar het terras tot diep in de nacht afgeladen is met snackende jongeren/dertigers. En het alternatieve café Habanilla met zijn indrukwekkende flessenplafonnière en verzameling antieke koffiezetters. Ook kwamen we een keer terecht bij het hippe en knusse Sopa Boba op C/Joaquin Costa 10, waar we genoten van simpele, maar lekkere gerechtjes.

Mezquita

  In het weekend huurden we een auto en reden we vol goede moed richting het oosten. Córdoba was de bestemming, daarna keken we wel verder. Helaas werkte het weer niet echt mee, maar wat wil je in februari. In Córdoba zelf hielden we het gelukkig droog en brachten we een paar uur door in de Mezquita. Deze voormalige moskee staat vooral bekend om de eindeloze rijen rood-wit gestreepte bogen. Daarnaast is het ook bijzonder, en eigenlijk heel zonde, dat er middenin de moskee – overigens de op drie na grootste ter wereld – een kathedraal is gebouwd in de 16e eeuw. Het is raar om de verschillen in architectuur zo naast elkaar te zien. Voor ons was het vooral een uitdaging om een foto te maken zonder flits, zonder toeristen, met zoveel mogelijk pilaren en bogen erop (zie foto’s).  

Naranjas...

  Een van de eerste dingen waar we een warm gevoel bij kregen: overal in Sevilla sinaasappels, aan bomen, in februari! Ze zijn niet te eten. Omdat hun bloesem al zoet moet ruiken, zijn ze al hun suikers daar al aan kwijt en smaken ze heel erg zuur. Maar het staat geweldig. Ze vallen van de bomen en worden dan platgereden of gebruikt door kinderen om elkaar mee te bekogelen. Kortom: overal liggen kapotte sinaasappels en ruik je de typische geur van licht fermenterende sinaasappel. Heerlijk!  

Obers

Op het eerste gezicht lijken het niet de meest vriendelijke mensen en dat is best jammer als je net in Spanje bent en je een taal wil leren. Meestal snauwen ze iets in het Sevillaans, waarbij ze alle belangrijke medeklinkers inslikken. Het is ons dus helaas niet gelukt een praatje over het weer aan te knopen met een van deze macho’s, die over het algemeen druk heen en weer lopen, af en toe iets naar de keuken schreeuwen en alle bestellingen met een krijtje voor je op de bar tekenen. Het is ons een raadsel hoe we toch elke keer kregen wat we hadden besteld, maar dat spreekt natuurlijk voor deze ADHD-figuren.

Overigens: wie de beleefde omgangsvormen in Latijns-Amerika gewend is (waar je doodgegooid wordt met "por favor" en "con mucho gusto") zal raar opkijken in Sevilla en Spanje in het algemeen. Por favor-zeggende spanjaarden zijn schaars. Volgens een van onze professoras vinden ze het gewoon heel klef om steeds por favor en gracias te zeggen, alsof het niet gemeend is. Vat het dus niet persoonlijk op als ze je een beetje meewarig aankijken, als je zegt: un cafe solo, por favor.

Parkeren

  In de ogen van Spaanse automobilisten zitten er niet voor niets bumpers op je auto en die gebruiken ze dan ook met veel enthousiasme. En dat zie je dan ook aan het overgrote deel van de auto's... Bij het inparkeren is het heel gebruikelijk om door te rijden tot je tegen de andere geparkeerde auto's aanbotst. Wel merkten we dat je zo veel strakker in kunt parkeren! Het is af en toe niet te geloven hoe ze een auto, die voor en achter maar 10 cm ruimte heeft, er toch uit of in krijgen. In de oude centra van Spaanse steden moet men trouwens wel zuinig zijn met parkeren, want erg veel ruimte is er niet.  

¡Qué tal!

Spaans voor: Hoe gaat het? Het wordt gebruikt zoals "How are you?" in de USA; je wordt er mee doodgegooid dus. Verder wisten we niks bij de Q... Behalve queso, maar daar kunnen we ook weinig over kwijt...

Ritme

Spanje is nog steeds Europa, maar wat een verschil in cultuur en dagritme! In Spanje houden ze er volgens mij de langste siësta op na van alle Zuid-Europese landen. Men ontbijt met koffie en een tostada en begint rond een uur of negen met werken. Eerder dan dat moet je ook niet proberen om een brood te kopen bij een bakker. Tot 14.00 wordt er gewerkt, dan is de comida of almuerzo, de lunch, met grote hoeveelheden eten. Dit is de belangrijkste maaltijd van de dag en ze nemen er dan ook een paar uur de tijd voor om hem te maken en te nuttigen. De siësta zelf, het middagdutje, beslaat meestal maar een kleine 20 minuten. Ook moeten er in die kleine drie uur middagpauze kinderen gehaald, gevoed, in bed gestopt en weer teruggebracht worden naar school! De winkels gaan om half 5 weer open, altijd tot een uur of 8, 9. Dit is (enorm verwarrend voor buitenstaanders) verschillend voor elke winkelketen. Er zijn ook tiendas die tijdens de siësta helemaal niet sluiten.

Om een uur of 7 's avonds gaan ze massaal aan de koffie of thee, met zoet gebak, zoals churros. Dit zijn kleverige gefrituurde strengen van beignetdeeg, met veel suiker bestrooid. Daarna komt er hoe dan ook een moment dat ze weer overgaan op iets alcoholisch, en beginnen ze ook weer zin te krijgen in iets hartigs. Voor het slapen gaan, rond een uur of 10, 11, eten ze dan een paar tapas, of een kleine bocadillo met serranoham. Natuurlijk zijn er verschillen, en wat wij hebben gezien speelt zich natuurlijk vooral af in openbare gelegenheden. Over wat mensen binnenshuis doen, hebben we alleen van horen zeggen. Het is echter wel zo dat Spanjaarden meer dan wij buitenshuis eten. Wat wil je ook, met die prijzen. Daar valt bijna niet tegenop te koken en af te wassen.

Salmorejo

Deze typische soep uit Córdoba lijkt veel op gazpacho en bevat onder andere veel knoflook, brood, tomaten en eieren, en wordt koud geserveerd met gesnipperde serrano en hardgekookt ei. Not for the faint-hearted, deze soep met zijn straffe (knoflook)smaak, maar vast en zeker een welkome verfrissing tijdens de bloedhete zomers van Andalusië.

Tapas

The way of life in Sevilla; je kunt hier niet om tapas heen. Het bekende verhaal is dat tapa deksel betekent, om op je drankje te leggen, maar het eten van tapas is eigenlijk meer bedoeld als bodem voor en tijdens het drinken van (vele) cervezas en/of andere alcoholische dranken. Er bestaat zelfs een werkwoord voor tapas eten, tapear. Er zijn in Sevilla nog bodegas waar je bij je drankje een gratis tapa krijgt, ideaal voor Sevillanen die hun echte maaltijd al ’s middags achter de kiezen hebben en ’s avonds nog wat willen knabbelen. Wij met ons nog steeds wel Nederlandse ritme gaven de voorkeur aan restaurants/bars waar je echt lekkere bordjes eten kunt bestellen voor rond de €2,50. Gewoon een paar kiezen, opeten en zo doorgaan tot je vol zit. Een paar klassiekers: albondigas, ensaladilla rusa, carillada, paella, salmorejo (een soort gazpacho) en natuurlijk onze favoriet: pez espada.

Uitgaan

Er zijn meerdere mogelijkheden voor als je het écht laat wil maken in Sevilla. Zo zijn er talloze bars bij de Plaza San Salvador en Plaza Alfalfa. Ook in de buurt Triana schijnen veel goede discotheken te zijn. We zouden hier graag tips over geven, maar wij zijn alleen in de alternatievere discotheek Utopia geweest vlakbij de Alameda, niet iets om over naar huis te schrijven. Het is wel zo dat het nachtleven letterlijk om 1.00 begint, eerder hoef je niet te willen gaan dansen. Tot die tijd kun je vast indrinken in een van de café's (of tussendoor nog even een nachtelijke siësta houden).

Vino de Naranja

  Deze jerez-achtige wijn met zijn heerlijke sinaasappelsmaak hebben we in een aantal vormen gedronken in de bodegas van de Barrio de Santa Cruz. Het lijkt in het begin vooral zoet, maar het heeft toch veel karakter. Wij hebben er een aantal flessen van meegenomen en gelukkig is hij thuis net zo lekker als in Sevilla (zelfs al zitten we hier binnen met de verwarming aan en niet op straat met live sinaasappelbomen). Zeker in combinatie met een (sinaasappelig) toetje...  

Weer

Alleen al om het weer was het een geslaagde reis. De eerste week regende het wel veel, een unicum voor die streek. De Sevillanen klaagden dan ook niet, ze hadden het wel koud, maar met elke druppel regen zijn ze blij. Het is goed voor het land en dus voor de economie.

Wij namen de anderhalve week daarna een riant voorschot op de lente, en gingen als goede Hollanders terrasjes pakken. De Sevillanen deden zelf ook een laagje kleren uit. Het was even schrikken toen we weer op Schiphol stonden en we onze wollen sjaals en handschoenen uit onze tas moesten halen… Waarom wonen we hier ook al weer? Ter vergelijking: in Nederland schijnt de zon 60 dagen per jaar, in Spanje schijnt hij 60 dagen niet…

In het Spaans ook wel guiris. Een "koosnaam" van de Spanjaarden voor toeristen. Helemaal niet negatief bedoeld, verzekerde onze leraar ons. Het woord schijnt afgeleid te zijn van de vraag waar toeristen altijd mee komen, de kaart opengevouwen: "where is... , where is...". In Sevilla komen waarschijnlijk net zoveel toeristen als de andere bekende Spaanse steden. Ze komen vooral op de Giralda en het Alcázar af, en de Barrio de Santa Cruz. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het kleinere Córdoba kun je ze hier gelukkig makkelijk ontwijken door je toevlucht te nemen tot minder bekende buurten zoals de Alameda, Triana of Arenal. Dit betekent uiteraard niet dat je de Barrio geheel links moet laten liggen, het is zeer de moeite om een middagje (bijna) te verdwalen in de smalle straatjes van deze Sevillaanse juderia (joodse buurt).

Y

Y, het Spaanse woord voor "en". Omdat een talenreis in Spanje garant staat voor en lekker eten, en lekker weer, en flamenco, en mooie moskeëen en kerken, en een taal leren, en nieuwe mensen ontmoeten en en en...

Zee

  Op een feestdag, Día de Andalucía, gingen we met de bus naar Cádiz. Het was stralend weer, en leuk om de kerk te zien die veel schijnt te lijken op een exemplaar in Havana, Cuba. Verder genoten we nog even van het strand dat op loopafstand van de stad ligt. Ook hebben we, gezien het weer, nog geprobeerd een hoge factor zonnebrand te vinden voor een van de blekere reisgenoten, wat bijna uitdraaide op een ruzie met de apotheekdame, die ons niet zomaar liet weggaan met een tubetje créme met (slechts) factor 15 van enkele tientallen euro's.