PocoPoco Home Reizen Foto's Gastenboek

           
 

  San José, aankomst en vertrek Santa Elena y Monteverde La Fortuna & Volcán Arenal Parque Manuel Antonio Playa Tamarindo Caño Negro

Dag 1 Reis Schiphol - San José  
Dag 2 San José - Santa Elena
Dag 3  Santa Elena
Dag 4 Monteverde
Dag 5 Reis naar La Fortuna
Dag 6 Cerro Chato Poging 1, Parque Nacional Volcán Arenal
Dag 7 Cerro Chato Poging 2
Dag 8 Caño Negro
Dag 9 Reis Manuel Antonio
Dag 10 Manuel Antonio
Dag 11 Manuel Antonio
Dag 12 Reis Playa Tamarindo
Dag 13 Playa Tamarindo
Dag 14 Playa Tamarindo
Dag 15 Reis naar San José
Dag 16 San José - Schiphol
 
 

   

Deze reis heb ik in juni 2005 gemaakt met een vriend van me; in het regenseizoen dus. Niet dat we er veel last van hebben gehad; op een paar flinke buien na is het erg zonnig (en plakkerig) weer geweest. Later in het regenseizoen schijnt het wel heel regenachtig te zijn. Voor de reis hadden we maar 16 dagen, vandaar dat we ervoor kozen om het allemaal relaxt te houden en niet van hot naar her te rammen. Helaas was het daardoor onmogelijk sommige andere prachtige bestemmingen als Corcovado, Volcán Rincón de la Vieja en Tortuguero aan te doen, maar zo konden we genieten van waar we wél waren. 

 

Dag 1 - Reis Schiphol - San José

 

Gelukkig hoeven we niet zo vroeg te vliegen; we hebben alle tijd om de laatste spulletjes de rugzak in te proppen en naar Schiphol te gaan. Als je heel vroeg in touw moet op een reisdag hakt dat er in mijn ervaring altijd dubbel in. In Miami maken we een tussenstop, waar ongeveer de helft van de passagiers uitstapt (Disneyland?) en hun plaatsen worden ingenomen door voornamelijk jonge Amerikaanse toeristjes. Wat me vooral opvalt is hun kleding; ze vertrekken naar een tropisch 3e cq 2e wereldland gekleed in een korte broek, basketbalshirt en teenslippertjes. Nederlanders daarentegen herken je meestal aan hun hoge bergschoenen en afritsbroeken...typisch. Op beide gedeeltes van de reis is het vliegtuig maar 2/3e vol dus ons groepje van 6 kan redelijk bij elkaar zitten. Bij landing scheiden onze wegen, zo gaan Kai en ik gezamenlijk verder.

Net buiten de luchthaven worden we onder de voet gelopen door Tico's (= Costa Ricanen) die ons om het hardst vragen welk hotel we hebben geboekt, om vervolgens te beweren dat ze hebben gehoord dat het vol zit. Gelukkig zijn ze zo aardig om een alternatief hotel voor te stellen waarvan ze "toevallig" weten dat het wel nog plek heeft. We schudden ze van ons af en nemen een taxi naar het geboekte b&b in Alajuela. Het blijkt een leuk relaxt en schoon hostel te zijn (Vida Tropical), vol met allerlei vage semipermanente bewoners. Na onze eerste "Imperial" en een paar interessante reis- en levensverhalen te hebben gehoord besluiten we dat het tijd is om naar bed te gaan.

 
 
 

Dag 2 - Reis naar Monteverde

 


- Bladpatroon, Monteverde

 
De dag erop gaan we eerst maar eens wat geld wisselen. Internet café´s zijn overal te vinden en erg goedkoop, dus na even wat mailtjes naar het thuisfront gestuurd te hebben, is aan die plicht ook weer voldaan. Om bij de Coca-Cola terminal van de bus naar Santa Elena/Monteverde te komen moeten we eerst een andere bus naar San José nemen, maar alles rijdt verrassend goed op tijd en we kunnen een kaartje bemachtigen. Het stuk over de Interamericana valt nog wel mee, maar zodra we daar van af moeten is het allemaal onverharde weg met kuilen van soms wel een centimeter of 20-30 diep. In Nederland zou dat een reden zijn om er stapvoets en behoedzaam doorheen te navigeren, maar in Costa Rica nemen ze liefst even een aanloopje om er vervolgens zo hard mogelijk doorheen te knallen. Na 3 uur van dit soort gehobbel zijn we bijna zeeziek.
Als we in het donker aankomen weten we wel de naam van de lodge waar we naar toe willen, maar geen idee van waar we exact zijn en hoe ver het is. We vragen een taxi voor de Arco Iris lodge, de chauffeur rijdt doodleuk een achtje van 5 minuten (door nog meer van die heerlijke kuilen) en zet ons netjes voor de goede deur af. Als we daarna maar eens op het kaartje kijken blijkt de lodge maar 200 meter van de busstop af te liggen! Ach ja, moeten we in het vervolg maar beter op letten.. De beoogde lodge is al vol (waarschijnlijk het Lonely Planet effect) dus 1 adres verderop nemen we voor een nacht even een kamer.

Coca Cola terminal

 

Dag 3 - Santa Elena

  De volgende ochtend pakken we snel alles bij elkaar en beproeven wederom ons geluk bij de Arco Iris Lodge (die er echt heel mooi uitziet bij daglicht). Deze keer lukt het wel om onderdak te bemachtigen en we nuttigen er meteen ook maar een ontbijtje. Hier zien we voor het eerst een typische manier van ontbijten in Costa Rica: met gallo pinto (rijst met bonen en roerei) en vers fruit. We slaan alle GGD waarschuwingen over geschild fruit ("Peel it, Cook it or Forget it") in de wind en proberen het gewoon. Gelukkig blijkt dit ook achteraf een goede keuze te zijn geweest :).  
 

 
 

Santa Elena is een klein durpje tussen de reservaten in, dat eigenlijk meer als een soort Monteverde-hub fungeert. Overal zijn restaurantjes, tourorganisators, backpackershostels en internetcafés. Het valt nog mee dat er geen Mac is.. Wel kun je makkelijk alles regelen; je loopt binnen een paar minuten vanaf je hostel naar diverse tourbureautjes en je kunt zo nog een beetje vergelijken. Een van de dingen die ik vantevoren Echt wilde doen was de canopy tour: het ziplinen en het lopen van de skybridges. Ik had wat foto's van anderen gezien en het zag er wel heel bijzonder uit. We hebben al geboekt bij Selvatura en 's ochtends worden we keurig opgehaald bij het hotel. Het busje is er een van het soort dat je veel ziet in Costa Rica: een soort 9 persoons verlengd bestelbusje met hele slappe vering en een rallycoureur aan het stuur. Ook deze bestuurder ziet kuilen als een mogelijkheid om met busje en al in een baan om de aarde te komen en doet hard z'n best.

Voor het ziplinen krijg je een klimharnas, een flatteus oranje helmpje, een zweterige regenjas en dito handschoenen. Onder begeleiding van een groepje tieners klim je vervolgens de boom in om aan te haken. Je zoeft naar het volgende zwevende boomstation waar iemand je helpt aan de volgende kabel te haken. Een van de nationale motto's is Pura Vida, wat we op die ochtend bij élk station als een soort begroeting cq nietszeggende opmerking te horen krijgen. Hoewel de combotour (ziplinen en de skybridges) vrij prijzig is, namelijk USD 40, houden ze je wel geruime tijd bezig. Het ziplinen zelf neemt een uur of 3 in beslag en de wandeling over de bruggen kost ook al snel een uurtje of 2. Dat je door het regenwoud zoeft met het ziplinen heeft qua beestjes en plantjes kijken weinig meerwaarde, het gaat allemaal een beetje snel. De wandeling geeft een beter beeld, al valt het allemaal in het niet bij de volgende dag.

 
 

Skybridges

Kolibri in het Monteverde bos

 
 
 

Dag 4 - Reserva Biologicá Bosque Nuboso Monteverde

 

Ten oosten van Santa Elena ligt een groot natuurreservaat: Monteverde. Het hele gebied is door de hoge ligging en het feit dat het de loefzijde van de bergrug betreft, een zogenaamd "Cloud Forest". Dit houdt in dat het een graadje of 20 is en zo luchtvochtig als maar kan. Regelmatig is het bos ook ineens in mist gehuld; heel spooky. Op de dag dat wij er zijn is het best wel rustig, waarschijnlijk ook vanwege het regenseizoen. Wij vinden dat niet zo erg, een mooie omgeving bezoeken gaat meestal beter zonder meutes (andere) westerlingen om je heen. We zijn gelukkig niet eigenwijs en nemen een gids; het kleine mannetje dat ons wordt toegewezen is Sergio. Hij blijkt een van de hoofdbiologen van het park te zijn en spreekt naast Spaans, Engels en Duits ook.....Nederlands ?! Begrijpelijkerwijs zijn wij verbaasd, tot hij uitlegt dat hij ooit nog eens een paar maanden heeft zitten vogelen in de Ooijpolder bij Nijmegen voor een onderzoek van het WNF. What are the odds...

Helaas moeten we nu ineens weer gaan opletten wat we tegen elkaar zeggen :) Sergio is een wandelende encyclopedie over alles wat er in het woud te zien is en, belangrijker nog, hij vindt het leuk om er over te vertellen. Het bijzondere is nog dat hij ons meeneemt over allerlei afgesloten trails en ons uren entertaint, terwijl we maar met z'n tweeën zijn. Verplicht nummer op zo'n tocht is natuurlijk de quetzal, de officieuze nationale vogel van Costa Rica (Guatemala had hem al ingepikt:)). Wij zien hem gelukkig, net als een toekan en allerlei andere prachtige voorbeelden van het unieke en de complexiteit van het regenwoud als ecosysteem.

Het park gebruikt ook een aanzienlijk deel van de toegangsprijs (1/3 als ik het me goed herinner) om nieuw bos aan te kopen. Zo leidt Sergio ons langs gedeeltes waar 25 jaar eerder nog tabak werd geteeld. Nu het land met rust is gelaten (en een beetje ingezaaid) staat er binnen die relatief korte tijd een indrukwekkend secundair regenwoud van jonge bomen (10-15m hoog) en weelderige begroeing op de grond. Het bos is nu veel diverser dan de oudere stukken, omdat de bomen het licht nog niet hebben kunnen "stelen" van de andere planten. Heel bijzonder om het zo in de praktijk te zien.

 
   

Kaart van het park

 

Balkon van onze cabin

 

Cloud Forest

 

Onze gids!

Quetzal  

 
 

Dag 5 - Reis Santa Elena - Monteverde
 

De vorige dag hebben we nog de reis geboekt van Monteverde naar La Fortuna, bij de Volcán Arenal. Hemelsbreed is het maar 25 kilometer, maar dan ligt er wel de continental divide (een hoge bergrug) en een meer tussen. Met de public bus doe je er 7 uur over... Vele operators bieden legio mogelijkheden om de afstand mooier af te leggen; zo kun je met paarden, met 4WDrives, of met de gebruikelijke kamikaze-busjes. Wij kiezen lekker voor het laatste om voor een redelijke prijs (USD 25 pp) de afstand af te kunnen leggen. Officieel heet het een jeep-boat-jeep trip, maar u begrijpt, dat "jeep" is schromelijk overdreven. De mooie kleine dorpjes waar we doorheen sjezen kunnen we helaas niet goed bekijken, behalve wanneer de chauffeur even het busje stopt om bij te schnabbelen als postbode. Aangekomen bij het meer is het wachten op het bootje en als het aanmeert blijken de andere 4 leden van ons oorspronkelijk reisgezelschap er grijnzend uit te stappen. Natuurlijk is het niet zo'n ontzettend toeval, maar wel weer even gezellig.

In La Fortuna, zo merken we, is het heel rustig. Hopelijk komt dat door het regenseizoen, want anders heeft de lokale hotelbranche de benodigde capaciteit een beetje te optimistisch ingeschat. Alle hotels hebben verlaagde prijzen en we kiezen op het oog een mooi hotel (Hotel Sierra Arenal) uit. Met wat handen, voeten en steenkoolspaans weet Kai de prijs nog een beetje lager te krijgen voor de superschone en nieuwe kamer met airco en HBO-betaaltv. Hier in La Fortuna komen we ook voor het eerst tentjes tegen waar je typisch Costa Ricaans kunt eten. We zijn de pizza van Santa Elena even zat en willen ook wel eens lokaal eten, zodat we de dagen erop vaker in dat tentje te vinden zijn.

Een ander groot verschil tussen Santa Elena en La Fortuna is de temperatuur. Het is hier HEET! Het is hier misschien maar 30° tegen 20° in Monteverde, maar gecombineerd met de 100% luchtvochtigheid die hier overal heerst is het alsof je in een gigantische stoomoven loopt. Wel toepasselijk zo, met die vulkaan op de achtergrond:). Ter illustratie: Op een gegeven moment willen we wat was laten drogen en we hangen het op ons balkon. 48 uur later is het nog steeds nat...

Vooraf hadden we volop verhalen en reisgidsen gelezen die er voor waarschuwden dat de vulkaan soms lang in wolken gehuld kan zijn. Dus, de eerste kans die we krijgen op een wolkloze vulkaan behandelen we als onze mogelijk laatste en we fotograferen er op los. En dan nog een heel mooi uitzicht op de vulkaan vanaf ons balkon. En nog een keer met de zon erop. En nog een keer vanuit het dorp. En nog een keer met een pluim rook. En nog een keer met...etc. Erg fotogeniek hoor, die vulkaan:).

 
 

La Fortuna

Volcán Arenal

 
 
 

Dag 6 - La Fortuna

 

Onze hotelbaas had ons de dag ervoor verzekerd dat het desayuno toch echt incluido was. Met een rammelende maag komen we erachter dat we het zullen moeten doen met crackers, ouwe koffie, een soort sinaasappelsurrogaat en chocoladekoekjes. We hopen maar dat dit aan de regenseizoen-komkommertijd ligt, en zoeken ons heil elders. Aan het begin van La Fortuna is een leuk grillrestaurantje waar we onze honger stillen, met personeel in authentiek aandoende pakjes.

Rondom de vulkaan bestaan een hoop trails naar bezienswaardigheden. Een daarvan is de Cerro Chato, het pad naar de Volcán Chato: een slapende vulkaan die direct aan de Arenal grenst en mooi begroeid is met regenwoud. Vanuit La Fortuna ligt de meest dichtbijzijnde trail aan de zuidkant, bij het begin van de trail naar La Catarata. We nemen de taxi er naar toe en vragen bij een officieel uitziend hutje aan een jongetje hoe de trail loopt. Hij begint met een heel verhaal, dat er op neerkomt dat we maar gewoon moeten gaan lopen. Jaaaa ja.... We halen onze schouders op en beginnen zoals geïnstrueerd maar gewoon te lopen. Al gauw zien we eruit alsof we net met kleren aan hebben gedoucht; bewegen in deze hitte betaal je in zweet. Ineens gaat het pad over in onontgonnen jungle. Aangezien we geen machete bij ons hebben maar ons gezonde verstand wel, draaien we om.

 
  Het pad begint zo:

Al snel wordt het    pad zo:

  Welk pad?

 
 

3 uur lang gezweet voor niets. Maar, hiken zullen we en we nemen direct een taxi naar ons hotel, springen onder de douche en gaan met de taxi naar het Parque Nacional Volcán Arenal. We lopen een leuk stuk van 8 km over oude lavastromen aan de voet van de vulkaan en gaan door tot aan de Observatory Lodge. Dit is een oude Amerikaanse onderzoekerspost die omgebouwd is tot een stel lodges met mooie, saaie tuinen en een onbetaalbaar uitzicht. Onder het genot van een koude cola en met onze kleren nog/weer nat van het zweet besluiten we hier morgen terug te komen.

De taxi's van La Fortuna hebben zich goed georganiseerd door strikte prijsafspraken te maken; afdingen is nutteloos. Het is net de bouwfraude in het klein. Met het principe is niets mis, alleen zijn de prijzen vrij hoog. Met taxi's alleen al zijn we die dag $60 kwijt!!

Rondom de vulkaan zijn een hoop thermale baden te vinden, vaak als onderdeel van een heel resort. De twee grootste zijn Baldi en Tabacón, maar in het hele dorp zijn alleen maar posters van Baldi te vinden. Dat vinden wij op z'n zachtst gezegd opmerkelijk, aangezien onze Lonely Planet-bijbel Tabacón eigenlijk wel als beste aanmerkt. De uitbater van een internetcafeetje licht een tipje van de sluier op: Tabacón is eigendom van een Israëliër. Omdat zijn resort minder bijdraagt aan de lokale economie, boycot iedereen in La Fortuna hem. Na al het harde werken van de dag vinden we dat we toch wel wat luxe verdiend hebben en gaan we naar Tabacón. Vooral 's avonds is een bezoekje aan de thermale baden de moeite waard; met een wat lagere temperatuur van de buitenlucht is het water heerlijk. Vooral de flinke tropische regenbui die op je hoofd klettert terwijl de rest van je lichaam in het 30° water dobbert is een bijzondere sensatie.

 
 

Lavastroom (eruptie 1983)

Uitzicht vanaf de Observatory Lodge

Eucalyptusbast

Kaartje van La Fortuna

 
 

Dag 7 - La Fortuna

 

Die ochtend staan we fris weer op en besluiten dat we ons niet op de kop laten zitten door zo'n prut-slapend-vulkaantje. De dure taxi brengt ons weer naar de Observatory Lodge en daar beginnen we met frisse moed aan de beklimming vanaf het noorden. Aan het begin van de trails staat nog een bordje waarop met nadruk wordt afgeraden om de tochten op teenslippers te lopen. Wij vragen ons toch echt wel af wie zo stom zou kunnen zijn om maar te overwegen om een actieve vulkaan te beklimmen op flipflops... kennelijk dus mensen zat.

De tocht is fantastisch; we lopen door nagenoeg ongerept regenwoud met slechts een smal pad en verder alleen maar natuur om je heen. Bovenop de vulkaan kun je ook nog afdalen naar het meer of over de rand naar de andere kant lopen naar het einde van..de trail die we de vorige dag nog tevergeefs probeerden te vinden. We zijn blij dat we het gehaald hebben, maar vinden het welletjes. Tijdens de 4 uur die het kost om heen en terug te lopen komen we precies 2 mensen tegen, verder is de vulkaan van ons. Eén van de hoogtepunten van de reis wat mij betreft.

 
 

Pad door het oerwoud

Het meer op de top van de vulkaan

De zwarte vlinders bleven tenminste stilzitten..

Deze ook dus

 
 
 

Dag 8 - Refugio Nacional de Vida Silvestre Caño Negro

 

Via onze hotelbaas boeken we een trip naar Caño Negro: een stuk van de Rio Frio dat vlak bij de grens met Nicaragua loopt. Het park beslaat de rivier plus de omliggende wetlands en is werkelijk vergeven van de beesten. Met een bootje bevaren we de rivier op en neer terwijl de gids z'n best doet om zoveel mogelijk dieren aan te wijzen. We zien kaaimannen, schildpadden, brulapen, spidermonkeys (zeldzaam), een luiaard, roze ooievaars en alle denkbare variaties op de reiger. De gids en bestuurder van de boot zijn niet te beroerd om het bootje even om te draaien en de vleermuizen, die iedereen wil fotograferen, zowat aan te varen. Iedereen maakt 10.000 digitale foto's van 20 cm afstand en we kunnen weer verder. Aanvankelijk zijn wij 2 de enige die al meteen met DEET aan de slag gaan, maar al gauw zit het gezicht van de gids onder de bulten en begint iedereen toch maar te smeren.

Het is wel jammer dat het interactieve niveau van deze tour een beetje laag ligt. Het voelt af en toe een beetje alsof je in zo'n bootje zit dat je in de Efteling om die bloemeneilandjes heen ziet draaien. De grote hoeveelheid bijzondere dieren die je ziet en de bijzondere omgeving maken echter veel goed.

NB: voor wie zich bij deze of voorgaande foto's afvraagt waarom ik niet ietsje verder ingezoomd heb: ik had mijn telelens in Holanda gelaten.... grote fout dus. Zoiets overkomt je (hopelijk) maar 1 keer.

 
 

Rio Frio

Rio Frio - bewoners

Kaaiman

Roze ooievaars

Iguana's

 
 
 

Dag 9 - Reis Manuel Antonio

   
  Voor de volgende reis hebben we het even gehad met die krappe busjes zonder airco en in La Fortuna vinden we een alternatief. Diverse maatschappijen (bv Interbus of Grey Line) opereren met een soort charterbusjes tussen bekende bestemmingen in. Zo kun je voor een redelijk bedrag ($25) grote afstanden in relatief comfort afleggen en het is nog veiliger voor je bagage ook. Het is alleen jammer dat de chauffeur tijdens de reis meer aandacht heeft voor z'n vriendinnetje dan voor de verkeerssituatie. Het gaat allemaal goed, maar we zitten niet bepaald rustig op onze stoelen. Na ongeveer 10 uur komen we aan in Manuel Antonio. Het natuurpark en het gelijknamige dorp dat er tegenaan ligt zijn zo'n populaire bestemming dat de toegangsweg ernaar bezaaid is met ontelbare hotels en resorts, voornamelijk in de midden of hogere prijsklasse. We hebben op de gok maar een kamer geboekt in een hotel dat positief beschreven werd (Los Almendros), maar de kamer is afgeleefd en de cuarto de baño is ranzig. We hebben op diezelfde toegangsweg veel mooiere hotels gezien en nemen ons voor om 's ochtends meteen te verkassen.  
 

Dag 10 - Manuel Antonio

 

Zo doen we het dan ook; we staan vroeg op, pakken alles snel weer in en nemen de taxi naar hotel Plinio. Het ziet er prachtig uit, zoals het tegen een helling aangeplakt is. Het hotel en de kamers liggen op een soort terrassen midden tussen de bomen en achter het hotel loopt dat over in een stuk privé regenwoud. De jungle cabins zijn ons iets te prijzig en we nemen een gewone kamer met ratelairco. We hebben wel honger (het is 8 uur 's ochtends) en nemen een ontbijtje. In die omgeving en met een (ontzettend lekker) glas vers mangosap voelt het echt als vakantie.

Maar, er moet natuurlijk ook gewerkt worden :). We gaan naar het park en we zijn stomverbaasd door de hoeveelheid en het soort toeristen dat er op afkomt. We zien mensen met goede wandelschoenen, maar het grootste gedeelte van de bezoekers komt met strandmatje en volleybal. Het aandeel Amerikanen is ineens ook vrij groot en dan vooral van het jongere soort. Het lijkt wel "spring break". Manuel Antonio is naast een bekend en beroemd Natuurpark kennelijk ook een plek waar je lekker een dagje aan het strand kunt liggen. Toch willen we zo snel mogelijk weg van het Costa del Sol-sfeertje. We gaan op weg naar Punta Catedral en omdat de paadjes al snel modderig en moeilijker begaanbaar worden raken we de strandgangers kwijt :). De doorkijkjes op de oceaan en de stukken waar je het strand op kan zijn prachtig. Alleen de aapjes die ons door de reisgids beloofd waren zien we niet (later blijkt waarom). De duidelijkheid van de wegbewijzering laat wel wat te wensen over; zo lopen we 3 (!) keer hetzelfde rondje voordat we van het schiereiland af kunnen komen. Gelukkig zijn we niet de enigen die dat overkomt.

Hierna lopen we naar Playa Gemelas en direct zijn we omgeven door strandgangers en hordes kapucijneraapjes. De impact van zoveel mensen op het wildlife is kennelijk al eerder een probleem geweest, want overal staan bordjes die duidelijk proberen te maken hoe zeer het verboden is om de dieren te voeren en waarom. Helaas is dit aan dovemansoren gericht, want ineens heeft een van de aapjes een pak koekjes gepakt/gekregen. Onder luid gelach van het toestromende publiek en het geluid van digitale camera's prutst het aapje het pak open en propt de koekjes in zijn cariësgevoelige bekje.

Ons hotel blijkt 's avonds een uitstekende keuken te hebben, al liggen de prijzen op Nederlands niveau en dat zijn we toch niet zo gewend hier in Costa Rica. Daarna nemen we een taxi naar El Avión, een tot restaurant/bar omgebouwd vrachtvliegtuig. Het ziet er allemaal heel gezellig uit, maar het is op dat moment net wat te rustig.

 

Toegangskaartje van Manuel Antonio; let vooral op de dingen die verboden zijn.

 

Iguana

 

Aap met koekjes

 
 
 
 

Dag 11 - Manuel Antonio

   
  's Ochtends starten we weer met zo'n heerlijk ontbijtje. Kai voelt zich helaas niet zo lekker, dus we besluiten om het rustig aan te doen. Nadat we wat bijgeslapen hebben nemen we weer een taxi naar het dorp om wat cadeautjes te kopen voor het thuisfront. Als we daarna op het strand lopen, komt een vage local op ons af en vraagt ons waar we vandaan komen. Zijn 2e vraag is of we misschien drugs van hem willen kopen. Voor dit soort gevaarlijke voorstellen wordt je vaak genoeg gewaarschuwd en we slaan het aanbod af. Toch verbaast het me; de rest van de reis hebben we van dit soort dingen niets gemerkt. Toeval, of misschien wel een symptoom dat de regio een beetje overloaded is met toeristen, in dit geval Amerikanen?  
 

Rots in de branding

Zonsondergang

Met een Imperial aan het strand zitten; Pura Vida!

 
 

Dag 12 - Reis Playa Tamarindo

  Het busje haalt ons op en met frisse tegenzin beginnen we aan de volgende aflevering van Costa-Rica-Achter-Glas. Achteraf gezien vond ik dat nog wel het grootste minpunt van de vakantie; de manier waarop je door de dorpjes en langs interessante plekken heen sjeest. Liefst zou je uitstappen om alles goed te kunnen bekijken, foto's maken en mensen ontmoeten. Helaas, ook deze chauffeur heeft haast, al rijdt hij een stuk veiliger dan de vorige. We staan dus wat minder doodsangsten uit. Na een uur of 6 komen we aan in Playa Tamarindo, waar we af hebben gesproken met de andere 4 van ons reisgezelschap. Het is niet zo'n groot plaatsje dus we spotten ze al gauw en we zoeken samen een mooi hotel uit voor de laatste paar dagen. Het wordt Cabinas Zully Mar, een mooi spaans aandoend hotel met een fantastische douche en een zwembad (lijkt overbodig als je aan zee bent, maar is toch wel lekker). Playa Tamarindo is een van de bekendere surfstranden en doet, na in Manuel Antonio te zijn geweest, heerlijk rustig aan.   
  We boeken via het hotel een snorkeltrip voor de volgende dag en na het eten gaan we nog stappen in de Mambo Bar. De Lonely Planet omschrijft het als "the wild spot in town". Het is inderdaad een beetje foute tent, maar we hebben genoeg alcohol achter de kiezen om daar geen last van te hebben.

De zon zakt in de Pacific

 
 
 

Dag 13 - Playa Tamarindo

   
 

Terwijl we op het strand wachten op het bootje van de snorkeltrip komt ineens de eigenaresse van de snorkelorganisatie poolshoogte nemen. Het blijkt.. een Nederlandse te zijn. Dit is aan de pacifische kust eigenlijk meer regel dan uitzondering: in rap tempo wordt het land en onroerend goed aan de kust en in de populaire plaatsen opgekocht door Amerikanen en Europeanen, projectontwikkelaars en grote bedrijven. De resorts, restaurants en andere op de toeristen gerichte bedrijven in handen van buitenlanders verdrukken op sommige plaatsen nadrukkelijk de oorspronkelijke Costa Ricaanse onderneminkjes.

En, net als bij Tabacón in La Fortuna, betekent het in buitenlandse handen zijn van een bedrijf dat een gedeelte van de winst aan de nationale economie wordt onttrokken. Het spreekt voor zich dat de Costa Ricanen dit met lede ogen aanzien. Daar komt dan nog bovenop dat die aanwas van buitenlandse bedrijven vaak voor een minder authentieke sfeer zorgt.

Maar goed, we gaan dus snorkelen. Voor mij de eerste keer, de meeste anderen uit ons groepje hebben al vaker gesnorkeld. Zij zijn het er over eens dat ze wel eens mooiere riffen hebben gezien, maar ik vind het geweldig. Ook het surfen is voor mij een nieuwe ervaring die eveneens heel goed bevalt. Playa Tamarindo is misschien niet bepaald de ultieme plek om te bezoeken als je de natuur of cultuur van Costa Rica wilt leren kennen, maar vakantie vieren kun je hier wel!

¡Poco poco hermano!

 
 
 

Dag 14 - Playa Tamarindo

 

De laatste echte vakantiedag, dus we nemen het er nog even goed van.. Surfen, zwemmen, lekker eten.. mmmh.

 
 

Dag 15 - Reis naar San José

 

Met de bekende busjes zijn we vroeg in de middag al in San José, en hebben we mooi nog wat tijd om wat van de atmosfeer hier op te snuiven. We nemen een kamer in hostel Pangea; een backpackershostel waar continu een bedrijvigheid van jewelste heerst. Leuke atmosfeer en gratis internet.

Onze kamer heeft een piepklein badkamertje, waarvan de deur zowat alleen maar open kan als je zelf op de wc gaat staan. De douche is een typisch verschijnsel (in ieder geval in Latijns Amerika): een elektrische douche (wordt ook wel de "Costa Rican Suicide Shower" genoemd). Klinkt een beetje luguber en zo ziet het er ook uit. Je kunt er het beste gewoon even niet bij nadenken (nee ook niet bij dat niet-geïsoleerde kroonsteentje dat er boven uitsteekt) en er gewoon maar onder springen. Als er vervolgens blauwe vonken uitspringen moet ik ook even slikken, maar goed; ik typ dit dus ik leef nog. We volgen de adviezen braaf op en nemen de taxi naar het centrum. Op zich een leuk centrum, maar we hebben niet echt veel puf meer om kerken of musea te gaan bezoeken.

 
 

effe bellen

lootjes/telefoonkaart-verkoper

Electrische Douche...

 
 
 

Dag 16 - Reis naar Schiphol

  Op het vliegveld worden onze beurzen nog ongeveer USD 30 lichter gemaakt in de vorm van toeristenbelasting. We gaan nog even met z'n allen op de foto met als achtergrond een poster van de Volcán Arenal in eruptie en dan hebben we eigenlijk alles wel gehad ;).  
 
 

Epiloog

 

Costa Rica is een bijzonder land. Bijzonder, omdat het vergeleken bij haar buurlanden zo stabiel is in politiek en economisch opzicht. En bijzonder, omdat in Costa Rica over het algemeen zo bewust en spaarzaam wordt omgegaan met de natuur.

Het land is natuurlijk in sterke mate afhankelijk van die natuurlijke rijkdommen. Inkomsten uit toerisme vormen een belangrijk onderdeel van het BBP en zijn daarom van direct of indirect economisch belang voor iedereen. Maar als ik kijk naar hoe het bijvoorbeeld in Monteverde gaat, lijkt er ook gedeeltelijk een soort idealisme en trots achter te zitten. Er wordt behouden om het behouden zelf, niet puur om rijke westerlingen te lokken. Die trots merk je ook op andere punten, bijvoorbeeld het afdingen. Men wil graag verkopen, maar heeft wel al vrij snel een air van: als de prijs je niet zint, dan koop je het toch niet? Ik moet er wel bij zeggen dat we niet aan de oostkust zijn geweest, waar de demografische omstandigheden anders en de mensen ook armer schijnen te zijn.